Obama bezoekt India en zijn voormalige woonland Indonesië. Hij gaat vervolgens naar Zuid-Korea voor de G20-top en daarna naar Japan voor een Aziëtop.

Omdat veel Amerikaanse kiezers teleurgesteld zijn over de trage opleving van de economie, benadrukt Obama vooral de commerciële kansen van zijn rondreis. „Het belangrijkste doel is om markten te openen voor Amerikaanse bedrijven, zodat we producten kunnen verkopen in enkele van de snelstgroeiende markten ter wereld. We kunnen zo banen creëren in de Verenigde Staten”, zei Obama tegen journalisten.

Obama ziet het snelgroeiende Azië als de belangrijkste regio voor Amerika’s toekomst.

In India lanceert Obama een Amerikaans-Indiaas initiatief voor schone energie. Er komt een gezamenlijk centrum voor de ontwikkeling van zonnepanelen en biobrandstoffen. De president probeert ook India gerust te stellen over de groeiende militaire steun voor India’s rivaal Pakistan.

Obama logeert in de Indiase stad Bombay in het exclusieve Taj Mahal Palace Hotel, waar twee jaar geleden 166 mensen omkwamen door een aanval van tien gewapende Pakistanen. De veiligheidsmaatregelen zijn streng. Zo ligt er een Amerikaans oorlogsschip voor de kust.

Autoriteiten bij het Ghandimuseum, waaraan Obama een bezoek brengt, hebben zelfs alle kokosnoten laten verwijderen uit de bomen, om te voorkomen dat er eentje op Obama zou vallen.

De president kan op een warm welkom rekenen in Indonesië. Hij bracht zijn jeugd in Jakarta door. Indonesië zag hem lange tijd als een verloren zoon. Maar een standbeeld van Obama als jongen is dit voorjaar verwijderd uit een park in Jakarta, na een Facebookcampagne van Indonesiërs die vinden dat hij niet genoeg heeft gedaan voor zo’n eerbetoon. Het staat nu in zijn vroegere basisschool.