Voor tuinliefhebbers is er ook in de winter werk
Met november is het rustige tuinseizoen aangebroken, maar dat betekent niet dat er niets meer te doen is.
Voor tuinliefhebbers is er altijd werk. Al was het alleen maar het schoonmaken en onderhoud van het gereedschap. Of het spitten van de (moes)tuin. Maar je kunt in de winter ook meer aandacht schenken aan tuinplanten binnenshuis.
Afgestorven plantendelen van vaste planten kun je afknippen en verwijderen of wachten tot het voorjaar. Wie zich ergert aan kale bloemstengels en afgestorven blad doet er goed aan ze weg te knippen. Kies je voor een meer natuurvriendelijke wijze, laat het blad dan zo veel mogelijk liggen en de planten hun eigen bedekking houden. Bij schrale vorst geeft dat een natuurlijke bescherming en bij rijp en sneeuw zorgt het voor fraaie vormen. Bovendien zijn er allerlei dieren, met name insecten, die er graag gebruik van maken om te overwinteren. Bij deze diergroep zitten uiteraard schadelijke en nuttige soorten.
Als de bollen nog niet geplant zijn, dient dit direct te gebeuren. Bolgewassen zijn goed te combineren met tweejarige planten als viooltjes, vergeet-mij-nietjes en muurbloemen.
Staat de winterjasmijn tegen een zonnige muur, dan gaan de eerste bloemknoppen deze maand al open. Ook de herfstbloeiende Prunus subhirtella Autumnalis laat zijn bloemen al zien. Andere struiken als de toverhazelaar, de gewone hazelaar en de winterbloeiende Viburnums wachten nog even tot het wat kouder geweest is.
In de winter en in het voorjaar bloeiende planten, struiken en bomen hebben meer of minder kou nodig voordat hun bloemknoppen tot ontwikkeling komen. Daarom is het nog te vroeg om nu al forsythia of kastanjetakken in huis te halen. Dat kan normaal gesproken niet voor januari, en na een zacht najaar duurt het nog langer. Bij kerstrozen, met name de witte Helleborus niger, zie je eind november vaak al bloemknoppen verschijnen.
Denk om de kleine akkerslakken, want die vreten al aan de knoppen als ze nog nauwelijks te zien zijn. Door ze in een pot te planten, kun je ze binnen op een koele, lichte plek iets eerder in bloei laten komen dan buiten. Datzelfde kun je ook doen met primula’s of paasroosjes. Heb je een koude bak, zet ze dan daarin met glas erover. Bij lelietjes-van-dalen kun je een aantal neuzen uitspitten en op dikte sorteren. De dikste plant je in een pot dicht bij elkaar. Kuil de pot buiten tot eind februari en zet ze dan op een koele, lichte plaats. Het gaat ongeveer op dezelfde manier als het trekken van bloembollen op pot, alleen hebben ze nog wat meer koude nodig. De meest gemaakte fout is ze snel te warm te zetten of te weinig licht te geven.
Wie er met de beplanting rekening mee heeft gehouden, kan ook buiten de hele winter van bloemen genieten, met uitzondering van een vorst- en sneeuwperiode. Omdat de tuin verder kaal is, trekt iedere bloem de aandacht.