Steeds meer bouwprojecten uitgesteld
PUTTEN – „Een diepe crisis.” Zo omschreef voorzitter Jo Goossens van de organisatie van projectontwikkelaars en bouwondernemers donderdagmiddag de situatie binnen de betrokken branche. Zijn woorden werden geïllustreerd door de winstwaarschuwing van BAM eerder op de dag.
Genoemde vereniging, de NVB, hield in Kasteel De Vanenburg in Putten het jaarcongres. De omstandigheden waarin de leden opereren, zijn uiterst moeilijk. Bij de ontwikkelaars is sinds het uitbreken van de malaise zo’n 40 procent van de banen geschrapt. Op de bouwlocaties staat straks de helft minder aan kranen.
Doordat de betrokken bedrijven vooral werken aan opdrachten die een lange periode bestrijken, doet de terugslag van de conjunctuur zich bij hen pas na verloop van tijd voluit gevoelen. De recessie behoort inmiddels tot het verleden, de economie groeit sinds de zomer van 2009 immers weer, maar ondertussen kampen ontwikkelaars en bouwers in alle hevigheid met de effecten van de krimp.
Koninklijke BAM Groep schetst in het donderdag gepubliceerde tussentijdse bericht een nogal dramatisch beeld. Hij constateert dat er „in toenemende mate sprake is van een somber perspectief voor de Nederlandse woningmarkt.” „Steeds meer projecten worden uitgesteld of stopgezet.” Tekenen van herstel zijn in de voorbije maanden uitgebleven. Ook in lopende exploitaties treedt „vertraging en versobering” op, wat leidt tot latere en lagere opbrengsten.
Het in Bunnik gevestigde bouwconcern, het grootste van Nederland, zal naar verwachting over geheel 2010 net quitte spelen, maar schrijft wel 127 miljoen euro af op de vastgoedpoot. De beurs strafte die aankondiging af met een koersverlies van ruim 7 procent.
Een van de deelnemers aan het NVB-congres is directeur F. J. Nijhuis van Nijhuis Bouw in Rijssen. Hij vertelt dat de meeste ondernemers in de sector voor een keuze staan: óf omzet kopen onder de kostprijs en dus verlies accepteren, óf reorganiseren en mensen ontslaan. Degenen die het nog even kunnen uitzingen, geven veelal de voorkeur aan het eerste. Dan beschikken zij als de markt weer aantrekt in ieder geval nog over hun werknemers.
Volgens Nijhuis zullen er trouwens in de toekomst juist tekorten zijn aan vakbekwaam personeel op de bouwplaats. „Veel uitstroom van ouderen en weinig aanwas van jongeren”, voorziet hij. Het beroep van timmerman of metselaar is onder scholieren niet bijster populair.
Goossens behoort naar zijn zeggen tot de optimisten, „al wordt het niet meer als vanouds.” Hij ontwaart lichtpunten. Zo zit de verkoop van nieuwe woningen in de lift. Dit jaar slijten de ontwikkelaars er rond de 25.000. Dat betekent een stijging van maar liefst 50 procent en de hoogste groei ooit. Daarbij dienen we wel te bedenken dat we opkrabbelen uit een heel diep dal. Het niveau bevindt zich nog altijd 40 tot 50 procent onder dat van voorheen. Bovendien zijn de huizen voor flink lagere prijzen van de hand gegaan, gemiddeld zo’n 18 procent, en „dat doet bij de leden veel pijn.”
Over de decennia die voor ons liggen merkt Goossens op: „Er zal genoeg vraag zijn. Daar maak ik me geen zorgen over. De toename van het inwonertal en de verdunning van huishoudens duren voort. Daardoor zijn er jaarlijks 50.000 nieuwe woningen nodig. Bovendien moeten oudere worden vervangen. Dat brengt de totale behoefte op 70.000 tot 80.000.”
„Tot 2015 blijft de productie ver achter bij die aantallen, met als gevolg dat veel arbeidskrachten en capaciteit verdwijnen.” Maar: „Bedrijven die het volhouden, hebben straks prima kansen”, voorspelt Goossens.