In stilte meezingen met het volkslied
Waar bijna heel Nederland gisteravond de gevallenen sinds de Tweede Wereldoorlog herdacht, vormden enkele plaatsen een uitzondering. Doornspijk, Grafhorst, Kamperzeedijk, Opheusden, Kesteren, Urk, Veen en Genemuiden: onder meer in deze protestants-christelijke bolwerken werd de dodenherdenking een dag vervroegd in verband met de zondagsrust. Een verslag uit Genemuiden.
Traag beiert de klok van de dorpskerk. Bij vrijwel ieder huis hangt de rood-wit-blauwe vlag halfstok. Genemuiden rouwt over de gevallenen sinds de Tweede Wereldoorlog. Even voor acht uur passeren de deelnemers aan de stille tocht -het zijn er ongeveer honderd- de haven. Kort daarna arriveren ze bij het plaatselijke oorlogsmonument aan de Blokhuisweg.
Het is stil bij het gedenkteken. Onder de honderden aanwezigen -veel van hen zijn nauwelijks ouder dan tien jaar- wordt nauwelijks een woord gewisseld. Iedereen kijkt strak vooruit over het grasveld voor het monument. Dan komt de stoet tot stilstand. Vanuit het muziekkorps dat links naast het monument staat, treedt een trompetter naar voren. Precies op het moment dat de Last Post klinkt, slaat de torenklok haar laatste slag.
Het is nog veel stiller bij het gedenkteken als de laatste trompetklanken geklonken hebben. De twee minuten erna heeft een ieder ruimte voor zijn eigen gedachten. De wind ruist door de machtige boomkruinen rondom de gedenkplaats. De zon schijnt haar laatste stralen ertegenaan. Alleen de vogels houden zich niet aan de twee minuten. Op de achtergrond zingen ze hun lied.
Dan doorbreekt het muziekkorps de stilte. Het Wilhelmus klinkt. Zwijgend luistert de menigte naar het volkslied. Niemand zingt mee. Misschien een enkeling in stilte? Bij een oudere man lijken de lippen mee te bewegen. Een jongetje kijkt vertwijfeld naar zijn vader. Gaan we niet zingen?
Daarna worden kransen gelegd. Namens het gemeentebestuur van Zwartewaterland, de bevolking, de oud-strijders en VluchtelingenWerk. Achter in de groep deelnemers aan de stille tocht bevinden zich asielzoekers van het plaatselijke opvangcentrum. Kinderen van vluchtelingen leggen witte rozen bij het monument. Een meisje huilt onbedaarlijk.
Na het Wilhelmus klinken geestelijke liederen. ”Blijf bij mij Heer’” en ”Grote God, wij loven U”. Geroezemoes. De menigte keert huiswaarts. De groep trekt opnieuw langs de haven. Rondom het monument verzamelt zich een schare van belangstellenden. Een ieder lijkt in eigen gedachten verzonken. Langzaamaan wordt het opnieuw stil bij het monument. Fier wappert de Genemuider vlag in top, met ernaast de Nederlandse halfstok. Alleen de kransen en bossen witte rozen herinneren aan wat was, en niet terugkomt.