Commentaar: Obama’s moeizame toekomst
Amerikaanse staatsrechtgeleerden zullen van de uitslag van de Congresverkiezingen niet wakker liggen. President Obama wel, al verbergt hij zijn deceptie achter een glimlach.
Juristen zullen zeggen dat de uitslag van gisteren precies het resultaat oplevert dat de opstellers van de grondwet hebben bedoeld. De diverse geledingen in het staatsbestuur houden elkaar in evenwicht. Geen enkel orgaan kan nog zonder meer zijn zin doordrijven. Dat wilden de Founding Fathers ook niet. Het Amerikaanse staatsbestel is gebaseerd op ”checks and balances”, controle en evenwicht.
De Democraten hebben na gisteren nog net een meerderheid in de Senaat, en de Republikeinen hebben het voor het zeggen in het Huis van Afgevaardigden. Daardoor kan Democraat Obama niet meer met behulp van zijn politieke vrienden allerlei plannen door het Congres drukken. Hij zal de steun moeten zien te krijgen van zijn politieke tegenstanders. En daarmee, zo beweren rechtsgeleerden, komen er meer gerijpte voorstellen op tafel.
In theorie klinkt dat prachtig, maar in de praktijk kan de nieuwe situatie voor een president knap lastig zijn. Dat Obama zich ’s nachts een keer extra omdraait, is niet onbegrijpelijk.
De overwinning die Republikeinen in de verkiezingen voor het Huis van Afgevaardigden wisten te behalen, is de grootste sedert de Tweede Wereldoorlog. Obama kan niet anders dan dat uitleggen als een krachtig signaal dat zijn politieke koers veel verzet oproept.
Natuurlijk zijn er ontlastende omstandigheden. De ontwikkeling van de wereldeconomie heeft ook hij niet in de hand. Terwijl de Amerikaanse kiezer hem daar in de praktijk wel op afrekent. Bij het binnenstappen van het stemhokje vraagt die zich af: Hoe staat het met mijn baan, boterham en huis? Als het balansresultaat tegenvalt, krijgt de man in het Witte Huis daarvan de schuld. Terecht of niet, zo werkt het wel.
Ook al kan het slechte economisch tij Obama niet geheel worden aangerekend, deze uitslag tekent wel dat een grote groep Amerikanen teleurgesteld is in de president die hoop bracht en vertrouwen wilde herstellen. Bij zijn verkiezing in 2008 waren de verwachtingen hooggespannen, bijna overspannen. In de praktijk blijken de prestaties van Obama veel Amerikanen tegen te vallen.
Daar heeft Obama zelf ook aan bijgedragen. In de achterliggende tijd is het beeld van een warme, invoelende president afgekoeld tot dat van een tamelijk kille, bijna machiavellistische bestuurder die vooral zijn eigen plan trekt en zijn antennes naar de samenleving niet altijd heeft uitstaan.
Dat Obama zich ontwikkeld heeft van herder des volks tot heerser van het volk heeft fors geknaagd aan de goodwill bij de Amerikanen. Het zorgt er ook voor dat de Republikeinse afgevaardigden de komende twee jaar Obama’s beleidsvoornemens met veel scepsis zullen bekijken. Dat wordt bovendien versterkt omdat de Republikeinen zelf een ruk naar rechts maken doordat de beweging van de Tea Party daar binnen die partij krachtig voor heeft gepleit. Kortom, die samenwerking die Amerikaanse staatsrechtgeleerden zo toejuichen, kan nog wel eens heel moeizaam worden.