Spelen met hightech
Wetenschap is meer dan stofjas en laboratoriumbril. De jeugdige bezoeker maakt in het nieuwe Science Centre Delft volop kennis met higtechspeeltjes van de Technische Universiteit in die stad. Hij mag daar bovendien zelf mee aan de slag.
Science Centre Delft is het visitekaartje van de universiteit. „Hoewel we formeel een universiteitsmuseum zijn, gaat de bezoeker hier zelf aan het werk met echte wetenschap”, stelt communicatiemedewerker Alex Lokhorst.
Alle opstellingen, apparaten en computerspeeltjes zijn rechtstreeks afkomstig van projecten van de TU Delft. „Alles wat hier staat, is uniek.” Zoals een waterstofkart, of de Nuna-3, een door studenten gebouwde wedstrijdauto op zonne-energie. „Nummer 5 rijdt nu nog wedstrijden, maar komt hier ook te staan”, verzekert de goedlachse Lokhorst.
Sommige objecten zijn het resultaat van ontwerpwedstrijden voor studenten. De communicatiemedewerker wijst op een soort roeitrainer. „Het winnende model van de opdracht ”bewegen zonder wielen” is ook in ons Centre terechtgekomen.”
Andere opstellingen zijn zelf ontwikkeld zoals ”Vang”. „Dat is een uniek apparaat waarbij je ballen in wiskundige patronen kunt laten vallen.”
Bij elke opstelling kan de bezoeker een instructievideo afspelen, waardoor kinderen volgens Lokhorst direct begrijpen wat ze moeten doen. „Elk kind zien wij dan ook als een volwaardig onderzoeker. Ze reageren vaak heel puur, in tegenstelling tot volwassenen. Die staan een opstelling eerst ingetogen met de handen op de rug te observeren.”
Achter in de centrale hal bevindt zich de filmstudio. „Daar laten we de mens achter de wetenschapper zien. Bijvoorbeeld David Abbink, een van de uitvinders van het ‘slimme stuur’, is in zijn vrije tijd drummer”, vertelt Lokhorst. Het geluidsniveau in de studio bewijst dat er inderdaad iemand vol overgave zijn drumstel bespeelt.
Leuk om mee te maken zijn het Robotlab, het Biotechlab en de ruimte voor 3D-visualisatie. In de laatste ruimte wordt een scan van de bezoeker gemaakt. Met een 3D-brilletje op ziet hij even later zijn eigen hoofd door de ruimte zweven. „In de wetenschap gebruiken we deze techniek om ingewikkelde moleculen, zoals de buitenkant van een virus, te bestuderen.”
Ook is er een Gamelab ingericht waar bezoekers ”serious games” kunnen spelen. Lokhorst doet een simulatie voor van een examen van een dijkwachter. „Als hij dit spel goed afrondt, is hij geslaagd als dijkwachter. Kinde-ren vinden dit ook super om te doen, al is er niet eens geluid bij.” Verderop kunnen ze aan de slag met een operatiesimulator, die ook in gebruik is bij chirurgen in vele ziekenhuizen.
Lokhorst is vanaf het begin in 2009 intensief betrokken bij de totstandkoming van het wetenschapscentrum. „Toen het gebouw waarin het oude Techniekmuseum was gevestigd, zou worden afgestoten, stonden we voor de keus: de bestaande collectie verhuizen of een totaal ander concept neerzetten.” De TU koos voor het laatste.
Daarmee begon een drukke periode voor Lokhorst. „Er stond begin dit jaar nog helemaal niets in dit gebouw. Met hulp van hoogleraren, faculteiten en studenten van de TU Delft is de klus echter in korte tijd geklaard.”
Deze aanpak werpt zijn vruchten af. „We verwachten ongeveer 40.000 bezoekers per jaar. Bovendien komen basis- en middelbare scholen hier workshops techniek doen. De scholieren bouwen zelf allerlei werkstukken.”
Science Centre Delft geeft zijn bezoekers inzicht in wat techniek is en welke plek zij in de maatschappij inneemt. Lokhorst: „Techniek heeft toekomst, is supercool en inspirerend. Dat willen we als Science Centre uitstralen.”
IJskoud glijden
Een van de favoriete opstellingen van Alex Lokhorst is de ”superconductivity train”. „Hiermee proberen we supergeleiding zichtbaar te maken.”
In een treintje van isolerend materiaal worden twee keramische steentjes geplaatst die met stikstof zijn gekoeld tot -196 graden Celsius. De steentjes krijgen door de extreme koeling zwevende eigenschappen in een magneetveld. Wanneer het treintje vervolgens een zet krijgt, suist het met ontstellende snelheid vrijwel wrijvingloos over het circuit.
Lokhorst: „Als het wetenschappers lukt deze supergeleiding bij kamertemperatuur te laten plaatshebben, is het mondiale energieprobleem opgelost.”
Naar grote hoogte
Bij de opstelling ”Ontwerp je eigen vliegtuigvleugel” kunnen jongeren een wedstrijd met elkaar spelen. Wie bouwt de beste vliegtuigvleugel?
Op een touchscreen kunnen ze parameters invoeren, zoals vleugelkromming, vleugeldikte en invalshoek van de bewegende lucht. Alex Lokhorst toetst een paar getallen in. De computer berekent dat zijn vleugel de ideale vleugel met 92 procent goed benadert. „Niet slecht”, oordeelt hij.
Het 1 meter lange modelvliegtuig dat aan Lokhorsts scherm is gekoppeld, stijgt daarna op naar 92 procent van de maximale hoogte. „Jongeren kunnen daarmee prima beoordelen wiens vliegtuig het hoogst klimt.”
In de cockpit
De vliegtuigsimulator is nog in opbouw. Dat is niet zomaar een stoel met een computerscherm, maar een heuse variant op de Simona, het ”motion platform” bij de faculteit lucht- en ruimtevaart van de TU Delft, aldus Alex Lokhorst. De stoel beweegt wanneer de piloot zijn toestel van richting laat veranderen.
Jongeren moeten het vliegtuig in dichte mist veilig aan de grond zetten. Ze maken daarbij gebruik van een virtuele tunnel op het computerscherm voor hun neus. „Die techniek is nog in de testfase”, vertelt Lokhorst terwijl hij de stick beweegt.
Op de –virtuele– voorruit van het vliegtuig vormen zich inmiddels al wat druppels water.
Naam: Science Centre Delft
Adres: Mijnbouwstraat 120, Delft
Website: sciencecentre.tudelft.nl
Openingstijden: dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur; zaterdag en zondag van 11.00 tot 17.00 uur (015-2783291)
Entree: 9 t/m 17 jaar € 4,00, vanaf 18 jaar € 6,50