Men hoopt dat andere landen het voorbeeld volgen. „We lopen hiermee voorop, steken een beetje onze nek uit”, weet Frans Claassen, initiatiefnemer van de werkgroep. „Dit heeft zijn prijs en we weten dat een deel van de consumenten niet bereid is er extra voor te betalen.”

Staatssecretaris Henk Bleker (EL&I) is blij met het initiatief. Vanwege de brede steun, ook het Wereld Natuur Fonds en Oxfam Novib juichen de duurzame koers toe, denkt hij dat de overheid makkelijker andere partijen kan vragen dit voorbeeld te volgen. Greenpeace is kritisch en vindt dat Nederland al direct met ”foute” palmolie zou kunnen en moeten stoppen. Waarom wachten, andere bedrijven doen het al, aldus de milieuorganisatie.

Palmolie wordt verwerkt in veel spullen die in de supermarkt liggen, bijvoorbeeld in lippenstift en zeep. Voor de aanleg van de palmolieplantages moet tropisch regenwoud wijken. Dieren als de Sumatraanse tijger en de orang-oetan zien daardoor in rap tempo hun leefgebied verdwijnen.

Bleker is minder somber dan Claassen. Hij signaleert juist een kentering in de keuze van de consument voor duurzame producten. Hij ziet ook steeds meer bedrijven die benadrukken dat een product is gemaakt met oog voor mens en milieu. Volgens de bewindsman is het dan ook van groot belang hoe de sector en levensmiddelenbranche deze artikelen aanbieden.

Ook Jan Kees Vis, voorzitter van de ronde tafel voor duurzame palmolie, ziet kansen. Per jaar wordt inmiddels 3 miljoen ton gecertificeerde palmolie, met een waarborg dat het goed zit met de zorg voor mens, dier en milieu, omgezet. Vis is blij met de toename de afgelopen twee jaar, een stijging die volgens hem met rapper gaat (met een factor tien) dan de certificering van bijvoorbeeld duurzame vis. „De successen zijn er, maar het is nog niet voldoende voor een volledige omslag in de markt.”

Wereldwijd worden miljoenen tonnen palmolie geproduceerd, waarvan 5 procent in of via ons land wordt verwerkt of geëxporteerd.