Oplossingen voor problemen Zuid-Afrika niet zo eenvoudig
De Europese Unie is voor Zuid-Afrika met stip de belangrijkste handelspartner. Met China op de hielen, concluderen Bas Belder en Elise van Doorn in een impressie van hun bezoek aan Zuid-Afrika. Een delegatie van het Europees Parlement nam de afgelopen week poolshoogte in het land.
Zuid-Afrika: ontwikkeld land of ontwikkelingsland? Of beide tegelijk? Deze vragen kwamen boven bij uitvoerige voorgesprekken met officiële vertegenwoordigers van de EU-lidstaten. Begrijpelijk, want de contrasten zijn groot in dit schitterende land. Zo straalt de luchthaven van Johannesburg de reiziger ultramoderniteit tegemoet. De autorit naar het hotel legt daarentegen de Zuid-Afrikaanse misère van schrikbarende werkloosheid en armoede bloot.
De remedie? Europese diplomaten talmen niet met een eenvoudig antwoord: onderwijs én vakbekwame burgers. Een duidelijke opdracht toch voor de Zuid-Afrikaanse regering. Zo eenvoudig ligt dat echter niet, want president Zuma en zijn bewindslieden hebben hun mandaat van een onverdacht linkse driebond de antiapartheidsbeweging ANC, de vakbeweging Cosatu en de Communistische Partij.
Hoe Cosatu de urgente taak van solide onderwijs invult, wordt tijdens een afspraak in zijn morsige hoofdkwartier duidelijk. ”Education for socialism”, roept een enorme poster ons toe. Over een andere gesignaleerde slogan (”De Communistische Partij geeft corruptie een rode kaart”) zullen we maar zwijgen. De tekst spreekt immers voor zich. Die richt zich tegen de politieke elite van Zuid-Afrika. Die heeft zijn uitgesproken internationale voorkeuren. Ideologisch gekleurd natuurlijk. Zo dienen Europese partners zich in de Zuid-Afrikaanse overheidsoptiek te hoeden voor „koloniale attitudes” en worden de Palestijnen gesteund in hun „antiapartheidsstrijd” tegen Israël.
Een aparte vermelding verdienen de „uitstekende relaties” tussen Zuid-Afrika en de Islamitische Republiek Iran. Zeker de moeite waard van een vraagje aan het adres van een prominent kabinetslid. Zuid-Afrika poseert graag als niet-permanent lid van de VN-Veiligheidsraad. En die heeft diverse sanctiemaatregelen tegen Teheran uitgevaardigd. Wat betekenen zij voor de handelsrelatie tussen Zuid-Afrika en Iran?
Zuid-Afrika houdt zich aan de VN-resoluties, luidt de korte, weinigzeggende repliek. De hardere opstelling van Europa wordt niet gevolgd. Even later, tijdens de koffiepauze, meldt zich een hoge ambtenaar met dezelfde boodschap. De vraag is aangekomen.
Ideologische bevangenheid speelt de regering ook op een ander terrein parten. Koste wat kost wenst zij een zwarte boerenklasse in het leven te roepen. Onze documentatie leert dat „veel landbouwbedrijven die zijn overgegaan in handen van nieuwe zwarte boeren, op een mislukking zijn uitgelopen.”
Het treft dus dat het programma van de EP-delegatie voorziet in een onderhoud met de bewindsman van Plattelandsontwikkeling en Landhervorming, minister Gugile Nkwinti. Is er wel veel animo onder de zwarte burgerij om te starten met het risicovolle boerenbestaan? De minister geeft geen krimp.
Enkele uren later houdt een parlementslid van de Democratische Alliantie een vurig pleidooi voor de noodzaak van een liberaal regeringsalternatief voor de linkse driehoek van ANC, vakbond Cosatu en communisten. Plattelandsontwikkeling zit in haar portefeuille. Zonder omhaal meldt deze zwarte afgevaardigde dat het rooskleurige verhaal van Nkwinti van de creatie van een zwarte boerenstand naar het rijk van de fabelen moet worden verwezen.
Onderweg van de ene gesprekslocatie naar de andere valt een deprimerend gevoel moeilijk te onderdrukken.
Dit schrijnende gebrek aan publieke veiligheid doet bijna komisch aan in vergelijking met de positieve noot van een Europese politieke waarnemer: kijk ook eens naar het relatief goede, veilige verloop van het wereldkampioenschap voetballen in Zuid- Afrika! Insiders voeren evenwel het opmerkelijk lage aantal misdaden waarvan buitenlandse toeristen tijdens het evenement het slachtoffer werden terug op een ‘pact’ tussen politie en misdaadsyndicaten. Ontnuchterend.
De Europese instellingen (lidstaten, Commissie en Parlement) zijn absoluut bereid strategische partner Zuid-Afrika met raad en daad terzijde te blijven staan. De tegenpartij zal dan echter ook naar de nuchtere cijfers moeten kijken. Vorig jaar ging 34 procent van de totale Zuidafrikaanse export naar Europa en kwam 35 procent van de nationale import uit hetzelfde continent. Daar wegen grootse regionale, ja mondiale ambities vooralsnog niet tegen op voor Zuid-Afrika.
Een open politiek klimaat, met reële alternatieven voor ANC/ Cocastu/communisten, moet de weg banen voor sterkere Europees-Zuidafrikaanse samenwerking.
De auteurs zijn respectievelijk lid en medewerker van de Eurofractie SGP.