Een zelfmoordenaar probeerde op het Taksimplein in de stad in een politievoertuig te komen. Dat lukte niet, maar de man wist zichzelf wel op te blazen in de menigte. Het plein is een belangrijk knoop- en verzamelpunt in de gelijknamige drukke wijk in Europees Istanbul.

De aanslag was vlakbij het monument dat aan de stichting van de Turkse republiek in de jaren twintig herinnert. De Turkse nationale feestdag, de Dag van de Republiek, was vrijdag, 29 oktober. Mede vanwege het feestweekeinde was er veel politie op de been.

Volgens de gouverneur van Istanbul, Huseyin Avni Mutlu, heeft de politie op het plein plastic explosieven en een ontstekingsmechanisme aangetroffen. Het was echter niet duidelijk of dit materiaal van de zelfmoordenaar was, of dat er sprake was van een tweede bom, zoals een aantal Turkse media meldden.

De aanslag is nog niet opgeëist. Mogelijk zit de extremistische Koerdische Arbeiderspartij PKK achter de aanslag. Met ingang van 1 november is een eenzijdig bestand van de PKK verstreken. De beweging strijdt al ruim een kwart eeuw met terroristische aanslagen en aanvallen op Turkse gezagsdragers voor zelfbestuur in het door Koerden gedomineerde deel van Turkije.

Maar ook extremisten die zich al-Qaeda tot voorbeeld stellen of banden met dat netwerk hebben, pleegden bomaanslagen in Istanbul. Zo kwamen in november 2003 57 mensen om het leven en raakten er honderden gewond bij zelfmoordaanslagen die werden gepleegd door extremisten uit de kringen van al-Qaeda. Recent zijn er aanhoudingen in Turkije verricht van mensen die ervan worden verdacht strijders van al-Qaeda in Afghanistan te steunen.

De Turkse premier Tayyip Erdogan reageerde vanuit Mardin, in het Koerdische zuidoosten van het land. „Diegenen die de vrede, veiligheid en ontwikkeling van Turkije bedreigen, zullen niet worden getolereerd. En dit soort aanslagen zullen Turkije niet stoppen bij het behalen van de doelen van vrede, broederschap en ontwikkeling.”