KNMvD: Ingrijpen bij Oostvaardersplassen
RIJSWIJK (ANP) – De dierenartsen in Nederland, verenigd in de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, pleiten voor ingrijpen in het natuurgebied de Oostvaardersplassen om het dierenleed te stoppen.
De KNMvD denkt daarbij onder meer aan het afschieten van dieren, om de overlevingskansen van de overblijvende beesten te vergroten. Dat schrijft de vereniging in een zaterdag gepubliceerd advies.
Staatsbosbeheer hanteert in het natuurgebied in Flevoland juist een natuurlijk beheer, met zo min mogelijk menselijk ingrijpen. De grote grazers lopen in het gebied volgens de dierenartsen daardoor ‘s winters echter de kans een hongerdood te sterven omdat er te weinig voedsel is en de dieren nergens heen kunnen. Dat veroorzaakt onnodig lijden.
Tijdens de afgelopen lange winter ontstond ophef rond de ruim drieduizend herten, konikpaarden en runderen in de Oostvaardersplassen. Een meerderheid in de Tweede Kamer vond dat de dieren, tegen de uitgangspunten van natuurlijk beheer in, moesten worden bijgevoerd omdat ze door de sneeuw en vorst niet konden grazen. Deskundigen onder leiding van oud-staatssecretaris Dzsingisz Gabor komen binnenkort met een advies hoe het verder moet met het beheer van de grote grazers in dit natuurgebied.
De KNMvD beschouwt de dieren in de Oostvaardersplasssen „moreel gezien” als gehouden dieren. „Wat de KNMvD betreft, mag de zorgplicht voor het welzijn en de gezondheid van het individuele dier niet ten koste gaan van het doel van het natuurgebied.” De vereniging is bang dat een politiek besluit over het beheer van de dieren in het gebied te lang op zich laat wachten, met een nieuwe winter in het vooruitzicht.
De dierenartsen pleiten voor een aantal opties om de populatie te beheren: afschieten, reproductieregulatie (de prikpil) en bijvoeren. Ze laten het aan deskundigen om te bekijken wat de beste maatregelen in het belang van de dieren zijn. Menselijk ingrijpen is hoe dan ook nodig in dit natuurgebied, aldus de dierenartsen.