Nacht op Luthers Patmos
Het grauwe van de voormalige DDR heeft Eisenach nog niet helemaal van zich af kunnen schudden. Maar de vooruitgang is zichtbaar, zeker in het centrum, waar volop wordt gerenoveerd om het stadje op te stuwen in de vaart der volkeren. Daarbij komt: het Lutherhaus aan de Lutherplatz heeft richting 2017 grootse plannen.
In de hal van het Lutherhaus verkoopt men een ontzagwekkende hoeveelheid spullen: van Luther, over Luther, boeken, foto’s, de monnik op pennen, lepeltjes en vlaggetjes, zelfs Luthersokken, Lutherbrood en Luther op een ganzenbord. De monnik is handel geworden.
Maar er is ook meer zinnig materiaal, zoals een tweedelige versie van Luthers vertaling van het Nieuwe Testament in het Duits, oude Bijbels en Lutherbiografieën van uiteenlopende kwaliteit.
Alles is in het Lutherhaus van hout: vloeren, trappen, wanden. En alles kraakt. Toeristen schuifelen krakend van het ene vertrek in het andere. Aan de wanden hangen kostbare schilderwerken met de monnik als hoofdonderwerp: ”Maarten als koorknaap”, ”Luthers intrede in het klooster”, en ”Luthers aankomst op de Wartburg”. Op ieder schilderij staat hij, de monnik in zijn zwarte pij, fors van omvang, nogal bozig van gezicht. Het was wel echt een bullebak, deze monnik. Pardon.
In een van de vertrekken liggen verschillende uitgaven van de Lutherbijbel. Er is ook een voorbeeld van zijn handschrift, in de tekst van Psalm 23: ”Der Herr ist mein Hirte”. Indrukwekkend is een schilderij waarop Maarten zijn Zaligmaker aanwijst: ”Zie het Lam Gods”. Het Lutherhaus heeft ook een foto van zijn geboortehuis in Eisleben en van het ouderlijk huis in Mansfeld.
Veel aandacht heeft het museum voor kerkzang. Dat is alleszins te rechtvaardigen. Zei Luther zelf niet: „Muziek heeft mij vele malen opgemonterd en aangespoord om weer te preken”? Zijn liederen worden toegelicht en op een bandje gezongen in een postmoderne versie: ”Erhalt uns Herr, bei deinem Wort”, ”Aus tiefer Not schrei ich zu dir”, en ”Nun freut euch lieben Christen g’mein”.
Op 10 november wordt in het Lutherhaus Bachs 527e geboortedag herdacht met een concert met veel werk van Bach en tijdgenoten.
Een groep scholieren krijgt een rondleiding. Veel aandacht voor Luthers levenswerk hebben ze niet, lijkt het. Interessant is natuurlijk wél een digitale quiz over hun kennis van Luther en zijn tijd. Vraag: „Waar ligt Luther begraven?” Antwoord: „In Wittenberg.” U hebt goed geantwoord, zegt de pc. Gejoel alom.
In Eisenach ligt alles op loopafstand van elkaar. De stad, net over de voormalige grens van West- en Oost-Duitsland, heeft heel wat in de aanbieding. Ze profiteren hier niet alleen van Luther, maar ook van Johann Sebastian Bach, die in de Georgenkirche werd gedoopt (1503), en van vier van Bachs zonen die hier de toetsen beroerden. Vijfhonderd meter van het Lutherhaus verwijderd staat, op het Frauenplan, het beroemde Bachhaus. Lang heeft men gedacht dat de Thomascantor daar geboren was, maar dat bleek abuis.
In Eisenach is een opsomming van beroemde inwoners niet gauw compleet. Een greep: Pachelbel was in de Georgenkirche organist. Max Reger heeft hier ook wel gespeeld, evenals Georg Philipp Telemann. Paul Gerhardt maakte in Eisenach veel van zijn schone gedichten. De stad heeft ook een Reuter-Wagner-Museum, met een uitgebreide collectie spullen van Duitse componisten.
Overigens zit dit hele gebied van het Thüringer Wald mudvol geschiedenis. In deze regio leefden ook de dichters Hans Lucas von Cranach, Wieland, Goethe, Herder en Schiller, en ook Franz Liszt, de virtuoze componist.
Maarten Luther had met Eisenach een beetje een haat-liefdeverhouding. Ooit noemde hij de stad „een papennest”, omdat er zo veel kloosters (9 stuks) en zo veel monniken (ongeveer 200) waren. In sommige van zijn brieven noemt hij het echter: „Mijn lief Eisenach.”
Op het marktplein verrijst fors en onverzettelijk de driebeukige Georgenkirche, in gebruik bij de evangelisch-lutherse gemeente. Boven de ingang staat Luthers credo in steen gebeiteld: ”Ein feste Burg is unser Gott”. Bij de voordeur wordt op een plattegrond uitgelegd waar Bach zich in deze buurt heeft opgehouden: Eisenach, Arnstadt, Dornheim, Ohrdruf, Weimar.
Om tien uur in de morgen geeft de deur van de St. Georgenkirche mee. In de hal staat een groot zwart beeld van Bach. Binnen klinken holle voetstappen. De koster is in de weer met emmers en een stofzuiger.
In deze kerk zong Maarten in het kerkkoor. Later, na zijn terugkeer uit Worms, op 2 mei 1521, preekte de vogelvrij verklaarde professor Luther op deze rijkversierde kansel.
Zowel links als rechts zijn drie galerijen, boven elkaar, samen zes. Die moeten op 2 mei 1521 allemaal vol hebben gezeten. Ieder wilde die vreemde monnik wel eens horen preken.
Voor de preekstoel staat de doopvont waaruit Johann Sebastian Bach werd gedoopt. Hier moet ook ergens een graf in de vloer liggen, met de beenderen van Luthers vriend Nikolaus von Amsdorf. In het koor brandt eenzaam een kaars naast een groot Christusbeeld. Aan de muur hangt een imposant schilderij: Maarten Luther en Johannes Hus bedienen het heilig avondmaal.
Boven de ingang staat een plaatje van een orgel. In een historische kas bouwde orgelmaker Schuke uit Potsdam in 1982 een beul van een instrument, met zestig stemmen, verdeeld over vier klaveren en pedaal. Schuke plaatste hier zelfs een Untersatz 32’. Op een bord staat de tekst: ”Alles wat adem heeft, love de Heere”.
In de Georgenkirche wordt veel en goed muziek gemaakt. Wekelijks is er op zaterdagmiddag een aflevering van de serie ”Kammermusik an Bachs Taufstein”, waar composities centraal staan van vader Bach en verschillende van diens zonen.
Op de Karlsplatz staat, vlak bij de Nikolaikirche, een beeld van Maarten Luther, meer dan 10 meter hoog, onthuld op 4 mei 1895. In zijn handen houdt hij de Bijbel. Zijn rechtervoet staat iets naar voren, alsof hij alvast maar zeggen wil: „Hier sta ik, ik kan niet anders.”
Een mager avondrood kleurt de wolken. Boven het Thüringer Wald valt de avond. Hoog boven Eisenach staat, op meer dan 400 meter hoogte, ongenaakbaar de Wartburg, het kasteel waar de monnik Maarten zich 300 dagen verborg, waar hij het Nieuwe Testament vanuit het Grieks in het Duits vertaalde.
Daar was zijn schuilplaats, zijn Bethel, de kale Lutherstube, zíjn kamertje, waar hij de beroemde inktpot tegen de muur smeet om de duivel –„het grote varken”– te verjagen. Het wordt nacht op Luthers Patmos.
Lutherhaus en 2017
In aanloop naar het grote herdenkingsjaar 2017 –dan wordt vijf eeuwen Reformatie herdacht– wordt het Lutherhaus in Eisenach grondig gerenoveerd en vergroot. De kosten ervan bedragen 2,4 miljoen euro. In het meer dan 500 jaar oude pand komen een kleine congreszaal, een nieuwe museumwinkel en een klein restaurant. Ook zal de Luthertentoonstelling geheel nieuw worden opgezet.
Het huis leed in de Tweede Wereldoorlog zware schade, maar werd in oude stijl herbouwd. In 1956 richtte de evangelisch-lutherse kerk in Thüringen deze woning in als Luthermuseum.
Het museum beheert meer dan 40.000 voorwerpen die met Luther te maken hebben, waaronder brieven, munten en gastenboeken uit Luthers klooster.
Ook de twaalf andere Luthersteden in Duitsland (van Maagdenburg in het noorden tot Augsburg in het zuiden) besteden aandacht aan het 500e herdenkingsjaar van de Reformatie.