„Steeds minder bouwgrondstoffen via water”
ZOETERMEER/ROTTERDAM (ANP) – Bouwgrondstoffen worden steeds minder via water vervoerd en steeds vaker per vrachtwagen.
Door onder meer het verdwijnen van overslagplekken bestaat de kans dat 7 tot 8 miljoen ton zand en grond extra per vrachtwagen in de Randstad vervoerd zal worden, en die trend zet door. Ook buiten de Randstad loert het gevaar.
Dat zegt althans onderzoeker Martin Quispel van transportonderzoek- en adviesbureau NEA vrijdag. Samen met het Expertise- en Innovatiecentrum Binnenvaart (EICB) deed hij onderzoek naar bouwlogistiek in Nederland. Het rapport wordt rond begin december gepubliceerd.
De overslaglocaties maken volgens Quispel plaats voor onder meer woningen en kantoorpanden. „Daarnaast worden ondernemingen met een hoge milieubelasting, zoals betonleveranciers, geweerd bij het opnieuw ontwikkelen van bedrijventerreinen. Er is steeds minder ruimte voor bedrijven met milieucategorie 4 of 5.”
Veel van de bouwgrondstoffen vinden hun weg naar de regio via een binnenvaartschip, waar het wordt overgeslagen bij een lokale betonleverancier. Daarna volgt nog een korte rit per vrachtwagen naar de plaats van bestemming, aldus Quispel. Bij het verdwijnen van lokale overslagpunten moeten de materialen steeds verder weg overgeslagen worden en per truck vervoerd worden, met als gevolg meer auto’s op de weg.
Als voorbeeld noemt Quispel de overslag in Rijswijk en Den Haag. Als die verdwijnen, moet de aanvoer plaatsvinden vanuit Rotterdam. „Dat betekent dat er per dag 800.000 ton zand en grind via de weg vervoerd moet worden. Dat zijn honderd vrachtwagens per dag extra op de A13.”
In totaal vervoert de transportsector bijna 200 miljoen ton aan bouwmaterialen, waarvan twee derde aan bouwgrondstoffen, zo blijkt uit cijfers van NEA. De binnenvaart is daarbij goed voor ongeveer 65 miljoen ton en vervoert voornamelijk alleen de grondstoffen. Op de weg zijn vaak ook eindproducten in de bouw te vinden.