Hij reageerde op berichten dat de Turkse regering uitlatingen van premier Mark Rutte over Turkse paspoorten discriminerend heeft genoemd. In het debat over de regeringsverklaring had Rutte gezegd dat het Zweedse paspoort van een van zijn staatssecretarissen geen probleem is, maar dat het wel een discussiepunt was geweest als zij een Turks paspoort had gehad.

Het kabinet is altijd bereid de kwestie toe te lichten, zei Verhagen. Maar de conclusie is volgens hem duidelijk: er vindt geen discriminatie plaats. „Er is geen reden voor zorg”, zei de vicepremier, die de ministerraad voorzat omdat Rutte op de EU-top in Brussel is.

Volgens Verhagen heeft de minister-president duidelijk gemaakt dat er niet wordt gediscrimineerd, maar ook dat het bezit van een dubbele nationaliteit geen belemmering is voor een benoeming voor een publiek ambt. „We maken geen onderscheid, of iemand nu de Turkse of de Zweedse nationaliteit heeft”, aldus Verhagen. Mochten de Turkse autoriteiten daarover zorgen hebben, dan kan hij hen „geruststellen”.

Minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken zei na afloop van de ministerraad alleen dat hij kennis had genomen van de uitspraken van de Turkse minister en dat hij verder niets heeft toe te voegen aan het debat waarin Rutte zijn standpunt heeft verwoord. De premier had daarin onder meer aangegeven dat er verschil is tussen hoe de Turkse overheid zich bemoeit met de eigen onderdanen in het buitenland en hoe de Zweedse regering dat doet.