Verkiezingen Noord-Ierland uitgesteld
De Britse regering heeft de verkiezingen voor de Noord-Ierse volksvergadering verschoven naar de herfst. Dat is donderdagmiddag officieel bekendgemaakt door de Britse minister voor Noord-Ierland, Paul Murphy.
De verkiezingen in de Britse provincie waren eerder al uitgesteld van 1 naar 29 mei. Volgens Murphy ligt het besluit tot uitstel aan „het gebrek aan duidelijkheid” of de Noord-Ierse terreurbeweging IRA zijn paramilitaire activiteiten voor altijd heeft afgezworen. De IRA weigert „volledig, onmiddellijk en voorgoed al zijn paramilitaire activiteiten stop te zetten”, aldus de minister.
Het uitblijven van een harde toezegging van de IRA om zijn vijandige activiteiten te staken en zich te ontwapenen is de reden is van het uitstel. Beloften van Gerry Adams, de leider van de aan de IRA gelieerde rooms-katholieke partij Sinn Fein, zijn door de grootste protestantse partij, de UUP, als te vaag van de hand gewezen. Ook de Britse regering vindt dat de IRA onvoldoende duidelijk heeft gemaakt het geweld volledig te willen afzweren.
Parlementsverkiezingen zijn geboden om de vorming van een nieuwe protestants-katholieke regering en daarmee het herstel van het zelfbestuur in Noord-Ierland mogelijk te maken. De Britse regering schortte het zelfbestuur in oktober op naar aanleiding van een schandaal rond spionage door de IRA.
Premier Tony Blair zei dat de kans op een blijvende vrede alleen maar kleiner zou zijn geworden als de verkiezingen ondanks het uitblijven van harde toezeggingen van de IRA toch waren doorgegaan. De Britten vrezen dat veel protestantse kiezers dan uit protest tegen de gematigde Ulster Unionisten hun heil zouden hebben gezocht bij de radicale Democratische Unionisten van ds. Ian Paisley, die het Goede-Vrijdagakkoord van 1998 zo snel mogelijk wil verscheuren. Dat akkoord maakt de machtsdeling tussen katholieken en protestanten mogelijk.
In een poging het vredesproces niet helemaal te laten verzanden, publiceerde de Britse regering donderdag het langverwachte document waarin ze samen met de Ierse regering samenvat wat er allemaal nog moet gebeuren om met de afspraken uit het Goede-Vrijdagakkoord een duurzame vrede te bereiken. In het document worden eisen gesteld aan de radicale gewapende groepen, maar ook de verplichtingen van de Britten zelf opgesomd. Er staat onder meer in dat de Britten een groot deel van hun militairen uit Noord-Ierland terug moeten trekken en het politieapparaat moeten hervormen. Van zowel de katholieke als de protestantse paramilitaire organisaties in Noord-Ierland wordt verwacht dat ze volledig stoppen met het plegen van geweld en zich tot de onafhankelijke internationale ontwapeningscommissie wenden voor het buiten gebruik stellen van hun wapens.
De Ierse premier Bertie Ahern liet donderdag onmiddellijk weten dat hij het niet met het Britse besluit eens is. Hij zei zijn standpunt uitdrukkelijk naar voren te hebben gebracht bij gesprekken met de Britten woensdagavond en dorderdagochtend.
Het vredesproces begon in Noord-Ierland met de overeenkomsten van Goede Vrijdag 1998. Het draait erom dat de verschillende partijen in Noord-Ierland samen besturen en de macht delen. Namens de radicale republikeinen treedt de partij Sinn Fein op. De leider van deze partij, Gerry Adams, heeft verzekerd dat de IRA geen activiteiten zou ondernemen die het vredesproces ondermijnen.
De IRA is de radicale en gewapende tak van de overwegend rooms-katholieke Noord-Ieren die het gebied bij de republiek Ierland willen voegen en daarvoor de laatste dertig jaar ook veel geweld hebben gebruikt.
De protestantse unionisten willen de banden met het Verenigd Koninkrijk zo innig mogelijk houden. Radicale protestanten gebruiken hiervoor ook geweld. De unionisten eisen dat de IRA de gewapende strijd duidelijk en controleerbaar afzweert. Anders valt er volgens hen niet samen te werken laat staan te regeren met de republikeinen.
De Britse en Ierse regeringen hebben elkaar woensdag uitvoerig gesproken over de betekenis van Adams’ toezegging. De Britse regering zag er donderdag kennelijk anders dan de Ierse regering onvoldoende waarborgen in.
Volgens Murphy moet de IRA niet enkel beloven niets schadelijks te ondernemen, maar juist werk maken van zijn nog te openbaren bereidheid om „volledig, onmiddellijk en permanent paramilitaire actie te stoppen en op te houden met training, informatiewerving, vergeldingsacties, wapenaankopen of andere voorbereidingen voor gewelddadige actie.”
De verkiezingen zijn zinloos indien er geen bestuur uit kan voortkomen als gevolg van de vaagheid van de IRA, meent Londen. Zonder duidelijkheid van de IRA is er onvoldoende vertrouwen bij partijen om weer samen te regeren.
Gerry Adams meende donderdag echter dat de Britse regering met de beweringen over vaagheid namens radicale unionisten een veto heeft uitgesproken over een nieuw parlement en een nieuw regionaal bestuur. De toezegging van de IRA is volgens Adams volkomen duidelijk. De IRA laat zich niet de precieze formuleringen van zijn verklaringen voorschrijven door Londen en de unionisten, aldus Adams.
Een voorman van een radicale unionistische partij, Nigel Dodds, redeneerde donderdag omgekeerd. Volgens dit lid van de DUP (Democratische Unionisten) toont het uitstel van de verkiezingen aan dat de IRA een vetorecht heeft verworven in het vredesproces.