„Anticorruptiebeleid moet aangescherpt”
Nederland moet een actiever anticorruptiebeleid formuleren. Dat is een van de aanbevelingen die de werkgroep corruptiebestrijding van de Raad van Europa aan minister Donner van Justitie heeft gedaan.
Donner stuurde de aanbevelingen begin deze week naar de Tweede Kamer.
De werkgroep stelde het rapport op naar aanleiding van een bezoek aan Nederland in augustus vorig jaar. Na gesprekken met overheidsdienaren kwam het beeld naar voren dat Nederland geen structureel probleem met corruptie heeft. Donner benadrukt zelf dat het rapport over Nederland mag worden gerekend tot een van de betere in de reeks van evaluaties door de werkgroep.
Toch is er nog een aantal aanbevelingen voor veranderingen die Nederland moet uitvoeren en waarover voor 30 september 2004 moet worden gerapporteerd. Zo schrijft de werkgroep dat er meer opleiding en capaciteit nodig is voor politie en het openbaar ministerie. Nederland moet bovendien overwegen in de grote arrondissementen gespecialiseerde rechters aan te stellen om de grootste economische zaken te behandelen.
Verder moet Nederland meer investeren in de relatie met het bedrijfsleven om daar de scepsis over het vermogen van de overheid om corruptie aan te pakken, weg te nemen. De wetgeving voor klokkenluiders (ambtenaren van gemeenten, provincies en het Rijk die uit de school klappen) moet worden geharmoniseerd, stelt de werkgroep. Er zijn beter gedetailleerde statistieken, onderzoeken en analyses nodig om een duidelijk beeld van het fenomeen corruptie te krijgen.
Minister Donner beraadt zich nog op een reactie op alle aanbevelingen. Via zijn woordvoerder liet hij donderdag wel weten dat fraude al een van de speerpunten is in de kabinetsnota ”Bestrijding fraude en financieel-economische criminaliteit 2002-2006”. Het openbaar ministerie en de landelijke corruptieofficier gaan daar extra aandacht aan besteden. Bovendien begint het ministerie binnenkort een onderzoek naar de aard en de omvang van corruptie in Nederland, aldus de woordvoerder.