Volgens de studie van Van den Bos zijn Amerikanen veel competitiever ingesteld dan Nederlanders. Dat is typisch een mannelijk trekje, aldus de hoogleraar. De vrouwelijke kant van Nederlanders uit zich juist in betrokkenheid. Ook als een ander minder competent is dan zijzelf, gunnen Nederlanders die persoon een kans. Met zijn onderzoek wilde de hoogleraar aantonen dat westerse culturen onderling meer verschillen dan vaak wordt gedacht.

Nederlanders blijken wel te kunnen worden verleid tot meer mannelijk gedrag. Daartoe moeten zij, in tegenstelling tot Amerikanen, dan wel worden geprikkeld. Zo liet Van den Bos Nederlandse proefpersonen een vragenlijst invullen. Toen hij hen vertelde dat zij na afloop zouden worden beoordeeld, bleek dat hen competitiever te maken. Omgekeerd bleken Amerikanen met de juiste prikkeling ook in staat hun vrouwelijke kant te tonen.