Zinzendorfs passie voor verloren zielen
De Duitse theoloog Nikolas Ludwig Graf von Zinzendorf (1700-1760) stond aan de wieg van de hernhuttersbeweging. Dit jaar is het 250 jaar geleden dat hij overleed.
Tijdens zijn Grand Tour door Europa zag de 18-jarige Von Zinzendorf in Düsseldorf het schilderij ”Ecce Homo” van Dominico Feti. Op het kunstwerk was de lijdende Christus met de doornenkroon te zien. Eronder stond de veelzeggende spreuk: „Dit alles deed Ik voor u; wat doet gij voor Mij?” De vraag trof de jonge graaf tot in het diepst van zijn hart. Deze intense ervaring bepaalde de rest van zijn leven. Zijn passie werd: zielen winnen voor Christus en voor het Evangelie.
Zijn bediening doorbrak in feite de strakke grenzen van vormen en regels binnen de Lutherse Kerk, waartoe hij behoorde. Toch wilde hij bij deze kerk blijven en van hieruit zijn werk doen. De Augsburgse Confessie was hem lief, maar in de praktijk kwam hij erachter dat confessies en kerkorden obstakels kunnen zijn om Christus te volgen.
Deze spanning heeft hem zijn gehele leven getekend. Moest hij zich aan zijn kerk onderwerpen en de grenzen van zijn bediening vernauwen? Of moest hij op de rand van de kerkelijke en leerstellige tradities de vrijheid die in Christus is uitstralen?
Als gevolg van dit spanningsveld is zijn leven verre van gladjes verlopen. Bij al zijn zwakheden en bij alle kritiek die op hem af kwam hield dit grote motief hem echter op de been: Christus heeft voor mijn zonden betaald en waarom zouden anderen daar niet in kunnen delen? De passie voor verloren zielen was zijn ontembare drijfkracht.
Zijn sterke karakter speelde daar ook een rol in. Zo kon hij zeggen: „Ik ben een Zinzendorf en een Zinzendorf is het niet waard om te leven als hij zijn leven niet besteedt voor een goede zaak. Ik draag ook de naam van christen en daarom sta ik voor een dubbele taak. Een christen behoort zich niet op te laten branden zonder licht te geven.”
Zinzendorf was een spilfiguur in het netwerk van verschillende vernieuwingsbewegingen die in Europa en Amerika ontstonden. Het kerkelijk leven was óf getekend door een dode orthodoxie óf door de invloed van het verlichtingsdenken. Door gebrek aan geloofskracht en praktische godsvrucht kon geen dam worden opgeworpen tegen de geest van de tijd. Een verstard vasthouden aan confessionele leerstukken gaf geen bescherming van eigen identiteit, maar werkte de verschraling van het geestelijk leven eerder in de hand.
De gescheurde en verzengde grond leverde gelukkig ook voelbare honger en dorst naar herleving op. De Heilige Geest verwekte mannen die getuigden van het levende water uit de Steenrots, Jezus Christus. Hun bediening bleef doorgaans beperkt tot hun eigen land of taalgebied, maar Zinzendorfs werkgebied oversteeg de landsgrenzen.
De bakermat van zijn werk waren Berthelsdorf en Herrnhut in het afgelegen Oberlausitz in Saksen. Hier ontmoette Zinzendorf gevluchte Moraviërs die een thuishaven zochten. De hernhuttergemeenschap bestond echter niet alleen uit verstrooide Moraviërs, maar ook uit aanhangers van sekten en aanhangers van de lutherse traditie. Verschillen onderling liepen soms op tot heftige conflicten. Gelukkig werden deze overstemd door een geest van verootmoediging die leidde tot de grote doorbraak op 13 augustus 1727, die symptomen van een pinksterachtige opwekking vertoonde. De Geest vervulde harten van jong en oud en velen getuigden van de heerlijke tegenwoordigheid van God. Niet alleen klaagzangen maar vooral lofprijzingen tekenden de herboren gemeente. De diepte van gemeenschap met elkaar kwam voort uit een intense persoonlijke aanraking van de Geest van Christus.
Wat kenmerkt de theologie van de hernhutterbeweging, die via reizen van de graaf en zijn helpers ook op andere plaatsen gestalte kreeg, zoals in ons land in IJsselstein, Amsterdam en Zeist? In de eerste plaats een kinderlijke overgave aan de Heiland. Christus in het middelpunt; Solo Christo. Vervolgens de doop of vervulling met de Heilige Geest. Het kruis was het centrale thema, de Theologia Crucis, maar niet zonder de Theologia Gloriae.
De leer van de rechtvaardiging van de goddeloze vormde de basis van Zinzendorfs theologie. Geen leerstuk dat zonder een gezonde en Bijbelse christologie op de voorgrond staat en neigt tot een scholastische karikatuur, maar een leer vanuit de levende Christus.
Moeite had Zinzendorf met de zogenaamde Busskampf (boetestrijd) van de Duitse piëtisten. De zondaar moet eerst een proces van vernedering en verbreking van hart ondergaan wil er plaats komen voor het Evangelie van Christus. De wet werd zo niet alleen de sleutel tot het Evangelie maar ook tot een omheining van het kruis. De hernhutters stelden hiertegenover de eenvoud van het geloof. Eén blik op het kruis is genoeg. Dit deed niet af van de noodzaak van zondeovertuiging en zelfkennis, maar deze bevinding vloeit volgens de graaf voort uit het zien op de kruiswonden van Jezus. Vreugde en blijdschap vanwege de vrije genade door Christus moesten de gelovige het meest kenmerken.
De gulle voorstelling van het kruis doet denken aan de bevrijdende theologie van Luther. Beyhauter, die zijn leven en theologie heeft beschreven, noemt de graaf een van de meest originele discipelen van Luther. Niet de vrome mens met zijn werken en staan naar heiligheid, maar Christus als de Plaatsvervanger staat voorop. Er is geen heiliging zonder beoefend geloof in de gekruiste en opgestane Heiland. Geen heiliging als progressie tot perfectie, maar heiliging als vernieuwing naar het beeld van Christus.
Zinzendorf had grote moeite met de calvinistische leer van de predestinatie. Hij wilde op dit punt geen concessies doen. Ook de visie op de reikwijdte van de verzoening die door veel calvinistische theologen, vooral in Nederland, werd gehuldigd sprak hem niet aan. Christus heeft voldaan voor de zonden van de gehele wereld en deze proclamatie moest volgens Zinzendorf de Evangelieboodschap toon geven.
Het Bijbelse evenwicht werd bij de hernhutters een tijdlang verstoord door emotionele gedachten en gevoelens over de bloedwonden van Christus. Gelukkig zag de graaf tijdig het gevaar van deze ontsporing in en zette hij de wissel naar de juiste kant om. Het is niet eerlijk om op grond van deze excessen Zinzendorf te beoordelen en te veroordelen.
De lastercampagne, die vooral door de extremiteiten onder de broeders werd aangewakkerd, bleek echter niet te stuiten. Ook in Nederland keerde men zich tegen Zinzendorf en zijn beweging waar men sprak van ketterij en geestdrijverij in de overtreffende trap.
De Filadelfiagedachte, die uitgaat van de Una Sancta, de gemeenschap der heiligen in praktische beoefening, was een van de speerpunten van Zinzendorfs werk. Hij had een vurige drang tot het beoefenen van de broederliefde, niet alleen in woorden maar meest in de daad. Herrnhut was een voorbeeld van een liefdegemeenschap naar apostolisch model. Het ging om de opbouw van het geestelijk huis, om de groei in de genade en in de kennis van de Heiland.
In de beginperiode was de splijtzwam door onderlinge verschillen en door het toelaten van sektarische geesten behoorlijk effectief. Dit veranderde toen de graaf en zijn helpers op doeltreffende wijze ingrepen en opriepen tot verootmoediging. Het kroonjaar van deze gemeenschap was 1727, toen de bewoners zich met terzijdestelling van de geschillen tot één gemeenschap verenigden na de viering van het avondmaal. Naar dit voorbeeld ontstonden op andere plaatsen communes van gelovigen.
Men werd opgewekt om in de vrijheid te staan en zich niet te laten belasten met allerlei wetmatigheden die van het kruis afhouden. Niet de plichten tot heiliging stonden centraal, maar de vereniging met Christus en de daaruit voortvloeiende vruchten van de Geest.
De noodzaak van persoonlijke maar ook nationale herleving was het aambeeld waarop Zinzendorf hamerde. Hij wilde christenen van alle denominaties mobiliseren om zich hierop te bezinnen. Het gebed als voornaamste middel om een opwekking af te smeken moest niet alleen beperkt blijven tot de binnenkamer, maar ook in gemeenschappelijk verband worden beoefend. Uniek is de gebedswake van 24 uur die in Herrnhut na de bijzondere uitstorting van de Geest in augustus 1727 spontaan werd ingesteld. Meer dan honderd jaar is deze gewoonte onderhouden.
Het netwerk dat de graaf door zijn vele reizen opbouwde is indrukwekkend. Hij bezocht regelmatig Engeland, waar een opwekking gaande was onder leiding van de Wesleys en Whitefield. Ondanks veel tegenwerking van de lutherse geestelijkheid ontstonden spontaan opwekkingen op verschillende plaatsen in het Duitse rijk, in de Baltische landen, Oostenrijk (Salzburg) en Zwitserland. Deze werden grotendeels gevoed door het piëtisme, dat al wortel geschoten had.
Een directe vrucht die volgde op de opwekking in 1727 in Herrnhut was het evangelisatie- en zendingswerk. Enkele broeders reizen naar dichtbij en veraf gelegen gebieden om daar te preken. De graaf was zelfs van plan om mogelijkheden te onderzoeken om buiten Europa heidenvolken met het Evangelie te bereiken. Zinzendorf werd pionier van een wereldwijde zendingsorganisatie.
Een zwarte bladzijde in de levensgeschiedenis van Zinzendorf is de ontvangst van hem en van zijn volgelingen in de Lage Landen aan de Noordzee. In een herderlijke brief van Amsterdamse predikanten werden de hernhutters omschreven als „vrijgeesten, separatisten, bedorven mystieken, valselijk genaamde piëtisten en geestdrijvers, wanneer ze slechts de liefde van de Heiland veel weten te spreken en een uitwendige nederigheid en schijn van verloochening tonen, vinden zij daar een veilige schuilplaats.” Alexander Comrie sprak zelfs van „een synagoge des satans” en Theodorus van der Groe gebruikt nog scherpere uitdrukkingen om aan te geven dat de hernhutters vijanden zijn van Christus en een gevaarlijke sekte vormen.
Men ging voorbij aan de positieve elementen die ook het werk van Zinzendorf en de zijnen kenmerken. Er was geen plaats voor een genuanceerd oordeel, laat staan voor een dialoog op basis van respect en herkenning.
Zinzendorfs bediening balanceerde op de rand van de traditionele kerken. Hij wilde zich niet afscheiden en een eigen kerk vormen, maar gelovigen uit alle kerken mobiliseren om gezamenlijk te bidden voor en te werken aan een geestelijke vernieuwing.
Een nobel streven dat niet altijd in een geest van ootmoed en Bijbelvastheid geschiedde. Het is jammer dat het Sola Scriptura bij Zinzendorf onder de spanning stond van eigen ervaringen. Een minpunt dat we niet moeten bagatelliseren.
Zijn theologie had weinig structuur en miste Bijbelse belijndheid. Dit heeft wellicht te maken met zijn grote moeite met het zogenaamde confessionalisme om alles in dogmatische kaders onder te brengen. Dogmatisme leidt tot verstarring, maar het ontbreken van dogmatische kaders leidt tot allerlei vormen van spiritualiteit die Bijbelse harmonie en begrensdheid missen.
Dit artikel is een samenvatting van een lezing die Leen J. van Valen zaterdag uitsprak voor de Discipelschap Bijbelschool Filadelfia in Zeist ter gelegenheid van de presentatie van zijn biografie van Zinzendorf.
Graf von Zinzendorf
Nikolai Ludwig Graf von Zinzendorf und von Pottendorf (1700-1760) was een Duits theoloog. Hij is de oprichter van de christelijke kolonie Herrnhut. Hieruit kwam de Evangelische Broedergemeente, ook bekend als de hernhutters, voort. Vanuit zijn ‘hoofdkwartier’ in Herrnhut was Zinzendorf een baanbreker voor de eenheid onder de gelovigen in een tijd van geestelijk verval en starre orthodoxie. Hij doorreisde Europa om op te roepen tot geestelijke vernieuwing en herleving. Ook werd hij pionier van een wereldwijde zendingsorganisatie. Minder bekend is zijn verdienste en betekenis voor de achttiende-eeuwse opwekkingsbeweging in Europa en Amerika.