„Ontvoerde Nederlander leeft nog”
DEN HAAG – Het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag heeft geen aanwijzingen dat de Nederlander die maandag in Afghanistan ontvoerd is niet meer in leven is. Dat heeft Buitenlandse Zaken dinsdag gezegd.
De Nederlander is samen met zijn Afghaanse chauffeur in het noorden van Afghanistan ontvoerd door gewapende mannen. Op de vraag wie de ontvoerders zijn en of er al contact met ze is gelegd, wil Buitenlandse Zaken niet in gaan. „Wij kunnen tot zover niets zeggen in het belang op een goede afloop van de zaak”, liet een woordvoerder weten.
Een chef van de politie van de provincie Takhar zei dinsdag dat de ontvoering het werk is van criminelen. „Hij is ontvoerd door criminele groepen. In het gebied waar hij is ontvoerd, zijn criminele groepen actief”, aldus politiechef Shah Jahan Noori. „Er wordt nu gepoogd uit te vinden waar de Nederlandse hulpverlener naar toe is genomen.” De meeste ontvoeringen van buitenlanders in Afghanistan zijn het werk van criminelen die hun slachtoffers veelal doorverkopen aan de Taliban.
Een zegsman van het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken zei echter dat het „te vroeg” is om te zeggen wie verantwoordelijk is voor de ontvoering. „Op dit moment weten we dat nog niet”, aldus de zegsman.
Het tweetal verdween in het gebied Durahi Bangi. Ze reden daar in een particuliere auto toen ze door gewapende mannen werden aangehouden. Volgens de zegsman van het ministerie was de politie van tevoren niet op de hoogte gesteld van de reisplannen door het district.
Sinds de val van de Taliban in 2001 zijn enkele tientallen buitenlanders door criminelen ontvoerd. De meesten kwamen ongedeerd vrij. Vorige maand werd de Britse hulpverlener Linda Norgrove ontvoerd. Zij kwam op 8 oktober om toen Amerikaanse militairen haar probeerden te bevrijden.
De Nederlandse ambassade in Kabul staat in contact met de Afghaanse autoriteiten om waar nodig te ondersteunen. De hulporganisatie waarvoor de Nederlander werkt, heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag verzocht geen informatie naar buiten te brengen over de identiteit van de man of de naam van de organisatie waarvoor hij werkt. Het enige dat bekend is gemaakt, is dat de man in het noorden van Afghanistan werkt.