Basel zet banken steviger op de benen
De naam zal de komende jaren in de bestuurskamers van de banken vaak klinken: Basel. Strengere regels, opgesteld in die Zwitserse stad en bedoeld om de kans op een herhaling van de kredietcrisis te verkleinen, dwingen de financiële spelers de eigen spaarpot beter te vullen.
Begin september bereikte het zogeheten Basels Comité, waarin de centrale banken samenwerken en dat opereert onder leiding van DNB-president Nout Wellink, overeenstemming. Volgende maand liggen de plannen op de tafel van de G20, het forum van de grootste en invloedrijkste economieën in de wereld. De regeringsleiders van de betrokken landen zijn op 11 en 12 november bijeen in Seoul.
Het jongste akkoord over de internationale kapitaalvoorschriften is inmiddels het derde van dit soort. Vandaar de aanduiding Basel III. Het eerste werd gesloten in 1988. In 1997 begonnen onderhandelingen over een revisie. Die namen maar liefst tien jaar in beslag. De crisis die toesloeg in 2008 en die overheden ertoe noopte miljarden euro’s aan te wenden om financiële bedrijven van de ondergang te redden, vormde de aanleiding tot overleg over opnieuw een herziening. Dat heeft nu geresulteerd in een verzwaring van de eisen van de toezichthouders. Het bestaande regime bleek immers ontoereikend om de rampspoed te verhinderen.
Waar draait het om? Banken hebben een vermogensbuffer nodig om in zware tijden overeind te blijven. De aanpassingen voorzien in een forse vergroting van die verplichte reserve, zodat klappen beter kunnen worden opgevangen.
De beoogde bepalingen dwingen om tegenover de kredieten, die afhankelijk van de mate van risico geheel of gedeeltelijk meetellen in de berekeningen in dit verband, minimaal 7 procent aan kernkapitaal te bezitten. Dan praten we over aandelenvermogen en ingehouden winst. Die middelen voldoen aan de hoogste kwaliteit, omdat er geen belemmeringen bestaan om eventuele verliezen op deze posten te laten drukken. Onder Basel II lag de ondergrens bij slechts 2 procent, opgehoogd met 2 procent aan achtergestelde obligaties. Opgeteld betekende dat, uitgedrukt in het vakjargon, een tier 1-ratio van 4 procent.
Basel III schrijft voor om boven op genoemde 7 procent ook nog eens een voorraad van iets minder hard kapitaal aan te houden, met een omvang van maximaal 2,5 procent. Sparen in gunstige omstandigheden, is hierbij het uitgangspunt, waarna in een periode waarin de conjunctuur afzwakt op deze extra buffer mag worden ingeteerd.
De Verenigde Staten, waar de banken beter zijn gekapitaliseerd dan in Europa, hebben steeds aangedrongen op een krachtige inzet. Duitsland en Frankrijk daarentegen bepleitten een mildere benadering. Als onderdeel van het compromis is de invoeringsdatum voor de gewijzigde spelregels uitgesteld tot 1 januari 2019. Dat verschaft partijen veel tijd om de samenstelling van hun balans in overeenstemming te brengen met de normen.
Na de top van de G20 besluit het Basels Comité over een extra zware kapitaaleis voor de systeembanken. Dat zijn instellingen met een zo sterke verwevenheid in het internationale financiële verkeer dat de gevolgen van een onverhoopt faillissement niet alleen de desbetreffende onderneming raken. In Nederland rekenen we Rabo, ING en ABN AMRO tot die categorie. Zwitserland nam recent al een voorschot. Het sommeerde Credit Suisse en UBS hun kernkapitaal uit te breiden tot niet 7, maar 10 procent van de risicogewogen activa.
Banken zullen, om uiteindelijk aan Basel III te voldoen, in de jaren die aanbreken aandelenemissies plaatsen, meer winst inhouden, dus een lager dividend uitkeren, en/of minder kredieten verlenen. Anders gezegd: zij zullen de passiefzijde van de balans verlengen en/of de actiefzijde verkorten.
Dit laatste zet een rem op de economische groei. Ook de particuliere klant zal er iets van merken dat banken steviger op hun benen moeten komen te staan. Het ligt voor de hand dat hij minder gemakkelijk een lening krijgt, dat hij een wat lagere rente ontvangt over zijn spaardeposito en dat hij een hoger tarief betaalt voor producten en diensten.
Is met deze aanpak een nieuwe crisis uitgesloten? De voorgestelde benadering beperkt weliswaar het risico, maar biedt geen garantie. Als binnen de financiële wereld het vertrouwen wegvalt, helpen ook enkele procentpunten extra eigen vermogen niet.