Ziekenhuizen wapenen zich tegen agressie
DEN HAAG – Een patiënt slaat erop los. Als hij is uitgeraasd, moet de verpleegkundige zich onder behandeling van de KNO-arts stellen.
Het is een van de voorbeelden van agressie die worden genoemd in een enquête van de Consumentenbond waarvan de resultaten zijn gepubliceerd in de Consumentengids van deze maand. Van de 406 respondenten had ruim de helft in de eerste zes maanden van dit jaar te maken gekregen met fysieke of verbale agressie. Bijna 29 procent van de incidenten werd niet aan de werkgever gemeld, terwijl aangifte doen bij de politie al helemaal zeldzaam blijkt te zijn. Van de ondervraagden heeft bijna 8 procent vanwege de agressie overwogen van baan te veranderen.
De stijging van het aantal geweldsincidenten in ziekenhuizen tot ruim tweeduizend per jaar hebben tot tal van maatregelen geleid. Overigens verschilt dat sterk per ziekenhuis: „Er is geen beveiliging; in de avond en nacht sta je er met je collega’s alleen voor”, stelt een verpleegkundige. Anderen hebben betere ervaringen: „Het onderwerp is bespreekbaar. De beveiliging is altijd bereikbaar en komt meteen.” „Er is nu een knop om de deur van de afdeling open en dicht te doen; bezoekers moeten nu aanbellen.” „Het wordt serieus genomen, de directeur kwam zelfs in het weekeinde na een incident naar het ziekenhuis.”
Inmiddels is een fors aantal ziekenhuizen overgegaan op een kaartensysteem: een gele kaart is een officiële waarschuwing, bij een rode kaart mag de patiënt het ziekenhuis een bepaalde tijd –meestal een jaar– niet meer betreden. Behandeling gebeurt dan alleen in noodgevallen.
„Agressie komt steeds meer voor”, constateert een van de respondenten in de steekproef van de Consumentenbond. „Mensen zijn slecht te corrigeren en het is moeilijk hier iets aan te doen. De rode kaart wordt te laat gegeven: zelfs als ze een arts in elkaar slaan krijgen ze nog geen rode kaart.”
Agressie heeft vaak te maken met pijn en angst, of met gebrek aan geduld en het gevoel niet serieus genomen te worden. Het ontzag voor de mensen in witte jassen is afgenomen, constateert het zorgpersoneel. Ze worden uitgescholden, bedreigd of krijgen ziekten toegewenst. Soms worden vernielingen aangericht.
Dat er wordt weinig aangifte gedaan, komt doordat veel incidenten daarvoor niet ernstig genoeg zijn. Maar ook angst voor de agressieplegers speelt een rol: wie aangifte doet, is vervolgens bij naam bekend. Enkele maanden geleden meldde De Jonge Orde, een belangenorganisatie van artsen in opleiding, nog dat veel leden om die reden geen aangifte durven te doen. De organisatie vindt dat ziekenhuizen daarom de aangifte op zich moeten nemen, zodat het belaagde personeelslid zo veel mogelijk buiten schot blijft.
Het Westeinde Ziekenhuis in Den Haag, waar gemiddeld meer dan één incident per dag plaatsheeft, voerde onder het motto ”Aso’s het ziekenhuis uit” een zero-tolerancebeleid in: geen enkele agressie wordt getolereerd. ’s Nachts is er extra personeel, én extra beveiliging. Er is een sluizensysteem ingevoerd om te voorkomen dat opgefokte patiënten vanuit de wachtkamer richting behandelkamers kunnen stormen. Camera’s houden cruciale punten in de gaten. Met een noodknop kunnen beveiligers worden opgeroepen. De balie is voorzien van kogelwerend glas.
Ziekenhuizen delen in de 1,3 miljoen euro die het ministerie van Binnenlandse Zaken in augustus dit jaar beschikbaar stelde in het kader van het programma Veilige Publieke Taak. Dat heeft tot doel de agressie tegen agenten, ziekenhuispersoneel, conducteurs en andere medewerkers tussen 2007 en 2011 met 15 procent vermindert. Het gaat om trainingen voor werknemers, projecten om de schade te verhalen op de daders, voorlichtingsmateriaal en initiatieven die ertoe moeten leiden dat echt aangifte wordt gedaan. Het geld wordt verdeeld onder 45 organisaties die nieuwe initiatieven daarvoor hebben ontwikkeld. Daartoe behoorden het BovenIJ Ziekenhuis in Amsterdam, de Reinier van Arkel Groep in Noord-Brabant, de Meandergroep in Zuid-Limburg en Ziekenhuis Bernhoven in de regio Oss.