De campagne draait nu twee weken en er is ruim 125.000 euro opgehaald via gironummer 800800. Hoewel de opbrengst „teleurstellend” is, vindt Unicef-voorlichter R. van der Ploeg dat De Telegraaf te snel heeft geconcludeerd dat de actie wordt afgeblazen. „We zijn nog maar net begonnen. Onze campagne is nog bezig. We maken tv-spotjes en sturen posters naar basisscholen, kerken en bibliotheken om acties voor Irak op touw te zetten.”

Van der Ploeg wijt de lage inkomsten aan het gebrek aan publiciteit. „Er zijn nog weinig beelden uit Irak die de humanitaire noodtoestand laten zien.”

SHO-deelnemer Kerkinactie weet vanuit Iraakse bronnen dat er vooral vraag is naar zuiver drinkwater. Daarnaast ontbreken voedsel, medische hulp en onderdak. Hoe de situatie in de noodgebieden precies is, kan woordvoerder W. Brouwer niet zeggen. „Sommige gebieden zijn nog slecht toegankelijk. Het is daarom moeilijk om aan gegevens te komen.”

Giften komen slechts „mondjesmaat” binnen bij Kerkinactie, zegt Brouwer. Dat komt volgens hem „omdat de actie nog maar net is begonnen.” Of Kerkinactie doorgaat met hulp aan Irak als de SHO besluit haar actie te stoppen, weet Brouwer nog niet. „Dat beslissen we op dat moment pas. De toestand in Irak kan snel veranderen.”

Het deputaatschap tot hulpverlening in bijzondere noden van de Gereformeerde Gemeenten heeft de situatie in Irak „onder de aandacht”, zegt secretaris A. Waaijenberg. „Het deputaatschap bekijkt op dit moment welke mogelijkheden er zijn om samen met de Amerikaanse organisatie World Relief hulp te bieden. Tot nu toe was de situatie in Irak daarvoor te onoverzichtelijk.” Voordat het deputaatschap geld overmaakt naar Jordaanse protestantse kerken die in contact staan met World Relief, moeten eerst concrete doelen zijn vastgesteld.

Ook ZOA-Vluchtelingenzorg onderzoekt mogelijkheden voor een project in Irak. „We blijven ons echter vooral richten op Afrika”, zegt medewerker noodhulp J. C. Buijs. „We zullen wel hulp bieden in Irak, maar starten er geen speciale campagne voor.”