Aanklacht tegen zwijgende kerk
Hij is een van de prominentste aanklagers van de Rooms-Katholieke Kerk inzake het seksueel misbruik van kinderen. De Ierse rooms-katholiek Colm O’Gorman, zelf in zijn jeugd misbruikt, roept zelfs de hoogste ‘baas’, de paus, ter verantwoording.
O’Gorman: „Het Vaticaan wist wat mij was aangedaan, gezien de bekendheid met het dossier in de tijd dat het speelde. Ik hoef de paus niet openlijk voor het gerecht te dagen, maar wil dat de kerk zich ten volle verantwoordelijk beschouwt.”
Zijn leven is lange tijd een ruïne geweest. Verkracht en misbruikt in zijn vroege tienerjaren door pater Sean Fortune, een van de beruchtste pedofielen van Ierland, liep Colm O’Gorman weg van huis toen hij zeventien was. Hij leefde op de straten van Dublin. Na een lange crisis krabbelde hij op toen hij de moed vond om de kerk aan te klagen, zo schrijft hij in zijn autobiografisch getinte boek ”De man die de paus aanklaagde” (uitg. De Boekerij, Amsterdam). Momenteel is O’Gorman directeur van Amnesty International in Ierland.
Tijdens een tweedaags bezoek aan Nederland ter gelegenheid van de Nederlandse vertaling van zijn boek vertelt O’Gorman over de zaken die hem nog steeds dwarszitten. „Een van de grootste misstanden is dat de Rooms-Katholieke Kerk het seksueel misbruik ontkent dan wel bagatelliseert. Pas als de feiten onmiskenbaar zijn, is de kerk bereid om een onderzoek in te stellen. Zij wil dit evenwel intern doen. Maar hoe kan de kerk een objectief onderzoek starten als zij zelf partij is? De kerk moet de burgerlijke rechter inschakelen omdat het gaat om criminele feiten.”
In Ierland heeft inderdaad de rechterlijke macht zich gebogen over het misbruikschandaal. Sinds 2002 heeft een door de overheid ingestelde commissie al honderden miljoenen euro’s aan schadevergoedingen toegewezen aan 13.000 slachtoffers van seksueel misbruik. O’Gorman hoopt dat Nederland hieraan een voorbeeld neemt. „In Nederland is weliswaar een onafhankelijke commissie onder leiding van Wim Deetman ingesteld, maar de enige echte oplossing is dat een onafhankelijke rechter het onderzoek uitvoert.”
O’Gorman waagde het ook de paus aan te klagen. Hij heeft maar weinig vertrouwen in de kerkvorst. „Eerst heeft hij gezegd dat maar 1 procent van de kerkelijke dienaren zich schuldig maakte aan seksueel misbruik. Rapporten over de situatie in Amerika en andere landen laten zien dat het om minimaal 5 procent gaat, een ontstellend hoog percentage. De paus sprak van tekortkomingen in de Ierse kerk, maar hij negeerde de rol van het Vaticaan. Hij heeft de kwesties van verdoezeling en complotvorming die in de rapporten uit Ierland werden geconstateerd, geen van alle toegegeven. Hij betuigde alleen zijn spijt over de handelingen van een aantal geestelijken.”
Al vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw waren talrijke gevallen van misbruik binnen de kerk bekend, maar bisschoppen hebben verdachte priesters alleen maar overgeplaatst, aldus O’Gorman. „Natuurlijk, de bisschoppen zelf waren niet direct verantwoordelijk voor het misbruik, maar wel voor het overplaatsen van ondergeschikten die zich hadden misdragen.”
Pas toen O’Gorman zijn familie voor het eerst vertelde van het misbruik, begon hij te beseffen hoe ernstig de zaak was. „Terwijl ik het verhaal vertelde en dingen zei die ik zo lang had verdrongen, begon voor het eerst de vreselijke realiteit ervan tot me door te dringen. Door alles hardop te zeggen werd het echt, en daarmee kwamen de gevoelens naar boven die ik zo lang had weggestopt.”
Toen hij eenmaal aangifte had gedaan, kwamen steeds meer zaken openbaar. Na veel pogingen van Fortune om de rechtsgang te blokkeren, zag O’Gorman hem na vele jaren weer in de ogen. „Mijn besluit om de pastoor aan te geven was meer gebaseerd op de angst dat op dat moment iemand anders werd misbruikt, dan op woede over wat mij was overkomen”, vertelt hij. Fortune voorkwam tot grote teleurstelling van O’Gorman een veroordeling; hij pleegde zelfmoord.
O’Gorman zette in Londen de hulporganisatie ”One in Four” op voor slachtoffers van seksueel misbruik. Het ging hem er niet om de kerk een schikking af te dwingen of om financiële schadeloosstelling, maar „om de waarheid en niets anders.” O’Gorman maakte van de aanklacht tegen de kerk de BBC-documentaire ”Suing the pope”, die over de hele wereld bekendheid kreeg.
Het gevolg was dat het kantoor van ”One in Four” overstelpt werd met telefoontjes vanuit Ierland. „Steeds meer slachtoffers van misbruik door geestelijken namen contact met ons op en we hadden de grootste moeite om het grote aantal telefoontjes te verwerken. Het was zorgwekkend dat veel bellers nooit de autoriteiten hadden ingelicht over wat hun was overkomen.”
O’Gorman maakte duidelijk dat de Rooms-Katholieke Kerk de volledige verantwoordelijkheid moest nemen voor haar nalatigheid en zich niet alleen moest richten op de misdrijven van afzonderlijke geestelijken. „Voor mij ging het niet om de doorsneegeestelijken, en ik heb ook nooit beweerd dat die met z’n allen verantwoordelijk zouden zijn voor de schandalen van seksueel misbruik in de kerk. Het ging niet meer om de afschuwelijke daden die door een ongetwijfeld kleine minderheid van priesters waren bedreven, maar om de grove nalatigheid van de kerk en haar leiders, tot en met de paus toe, om daar op een behoorlijke manier iets tegen te doen. Ze waren schuldig aan nalatigheid, omdat ze eerst het misbruik ontkenden en het vervolgens in de doofpot stopten. Daardoor stonden ze toe dat degenen die kinderen hadden misbruikt vrijwel straffeloos konden doorgaan met verkrachten en aanranden.”
Het is volgens O’Gorman onvoorstelbaar op welke manieren de kerk heeft geprobeerd om de kritiek op het misbruik uit de wereld te helpen. „Het misbruik zou een zaak zijn van homoseksuelen, van Joden en zelfs van de duivel. Mijn grootste moeite is dat de kerk zo lang nalatig is geweest en op een formalistische en zelfs vijandige manier de slachtoffers heeft bejegend. De kerk heeft zich niet als de kerk van Christus gepresenteerd, maar als een politiek instituut dat misdadige praktijken verdoezelt. Zijn dit de principes van waarheid, gerechtigheid en liefde, waarop de kerk zich zou moeten baseren?”
O’Gorman wil niet dat de paus beschuldigd wordt van misdaden tegen de mensheid, zoals de Britse atheïst Richard Dawkins bepleit. „Wel wijs ik erop dat de kerk zich schuldig maakt aan seksuele misdaden zoals die zijn genoemd in internationale verdragen en die voorkomen in alle lagen van de samenleving. Het is volkomen onzin om de oorzaak van het misbruik te wijten aan het celibaat of aan homoseksualiteit. Er zijn vele priesters die een gezond celibatair leven leiden, maar de kerk is niet in staat geweest om een gezonde visie op seksualiteit te formuleren.”
O’Gorman hoopte dat door zijn actie de doofpotaffaire aan het licht wordt gebracht. Maar die hoop is tevergeefs, zegt hij nu. „Het is gebleken dat de Rooms-Katholieke Kerk consequent voorrang verleende aan zelfbehoud en het veiligstellen van haar rijkdommen en bevoorrechte positie, ten nadele van de veiligheid en het welzijn van kinderen.”
Het Vaticaan maakt nog steeds gebruik van de complexiteit van zijn structuren en van de bevoorrechte positie die het (als zelfstandige staat) krachtens de internationale wetgeving wordt toegekend om aansprakelijkheid voor het in de doofpot stoppen van kindermisbruik te ontlopen. „Het Vaticaan heeft gebruikgemaakt van zijn staatsrechtelijke en diplomatieke onschendbaarheid om te voorkomen dat het via een civiele rechtbank door slachtoffers aansprakelijk kan worden gesteld. Het heeft er alles aan gedaan om de enorme financiële aderlating te voorkomen die het gevolg zou kunnen zijn van een succesvolle procedure.”
Het is O’Gorman duidelijk geworden dat de Rooms-Katholieke Kerk niet voor verandering zal kiezen. „Dergelijke veranderingen zullen door gewone mensen moeten worden afgedwongen. Bij afwezigheid van integer leiderschap is het de taak van mensen, katholieken en niet-katholieken, om voor waarheid en rechtvaardigheid op te komen.”