Volgens CDJA-voorzitter Jeroen van Velzen heeft de partij nog weinig geleerd van de verkiezingsnederlaag in juni. Weliswaar is een groot partijcongres gehouden, waar leden konden stemmen over deelname aan het minderheidskabinet van VVD en CDA met gedoogsteun van PVV. Maar in de ogen van Van Velzen is het congres gemanipuleerd met een misleidende stelling.

In plaats van te vragen of het congres kon instemmen met het regeer- en gedoogakkoord, werd volgens de CDJA-voorzitter door de toenmalig fractieleider en huidig vicepremier Maxime Verhagen gevraagd of er vertrouwen was in de Tweede Kamerfractie om de opdracht uit te voeren. „Toen durfden niet veel meer tegen te stemmen. Dat zou een motie van wantrouwen zijn.”

Volgens het CDJA is het typerend dat bij discussies wordt geprobeerd deze op voorhand te beïnvloeden. Daarom willen de jongeren ervan af dat ingebrachte voorstellen van leden op een congres worden voorzien van een ‘preadvies’ van het partijbestuur. Verder moet voor meer dualisme de fractievoorzitter in de Tweede Kamer, momenteel Sybrand Haersma Buma, de partijleider worden en niet een (vice)premier in het kabinet.

Het CDJA wil ook dat de kandidatenlijst voor de verkiezingen anders wordt samengesteld. Er moet meer geselecteerd worden op deskundigheid en een districtenstelsel zou helpen om mensen uit verschillende regio’s op de lijst te krijgen.

Dat onvoldoende wordt geïnvesteerd in politiek talent, is volgens de jongeren ook te zien aan het huidige kabinet, waarin weinig nieuwelingen zitten. Ze wijzen op de oud-ministers Joop Wijn en Camiel Eurlings die vertrokken zijn uit de landelijke politiek, terwijl ze te boek stonden als aanstormend talent.

Oud-minister en voormalig fractievoorzitter Frans Andriessen mocht de CDJA-analyse in ontvangst nemen. Hij vond het rapport „een echt begin van bezinning”. Volgens hem kan de partij „met zo’n goed CDJA, weer een goed CDA worden”. Ook aan minister Hans Hillen (Defensie) werd de analyse overhandigd. Hij zei het eens te zijn „met een groot aantal bezorgdheden”.

Andriessen was stelliger en zei dat de partij de afgelopen jaren „is afgeroomd”, doordat „het clubje van Jan Peter Balkenende” te lang is blijven zitten. „Het gaat niet om de persoon”, benadrukte hij. Het gaat hem om de toekomst van de partij. „Je kan niet acht … negen jaar met dezelfde lijsttrekker komen.”