Vorige week werden in Chili 33 mijnwerkers gered, nadat zij 69 dagen onder de grond vast zaten doordat een gang was ingestort.

In de overeenkomst worden mijnwerkers die de klok luiden over onveilige situaties beschermd tegen het verliezen van hun baan. „Wat we doen is dat we arbeiders vragen zich uit te spreken als er veiligheidsproblemen zijn”, aldus Pinera. „Maar dat is niet genoeg. Uiteindelijk heeft de overheid een verantwoordelijkheid, niet alleen om regels op te stellen, maar ook om er voor te zorgen dat die regels worden gehandhaafd. We werken daar erg hard aan.”

Pinera weerlegde de beschuldiging dat hij een politiek slaatje probeert te slaan uit de redding van de mijnwerkers. „Ik had de mijn al vier keer bezocht voordat we wisten dat ze nog leefden, dus die kritiek is niet eerlijk.”

In het interview met de BBC zei Pinera altijd te hebben geloofd dat de mijnwerkers nog leefden. „Ik had een soort stem van binnen die me al die tijd zei dat ze nog leefden.” Volgens Pinera was niet alleen menselijke inspanning verantwoordelijk voor de redding van de mijnwerkers. „Ik zal niet zeggen dat het een wonder was, maar wel dat we zeer belangrijke hulp hebben gehad.”

In Londen bezocht Pinera de Britse premier David Cameron, aan wie hij een stuk rots uit de San Jose mijn gaf.