Deze ‘waka’s’ krijgen een speciale plek op een grote Maori-tentoonstelling in het museum. De twee kano’s van elk 14 meter lang zijn speciaal door de Maori’s voor het museum gemaakt om de eeuwenoude relatie tussen Nederland en Nieuw-Zeeland blijvend vorm te geven. De vaartuigen kregen de naam To Hono ki Aotearoa, oftewel Verbonden met Nieuw-Zeeland. Voor de kano’s is hout gebruikt van meer dan duizend jaar oude bomen.

Niet eerder in de geschiedenis maakte de inheemse bevolking een waka die bestemd is voor Europa en die door niet-Maori’s mag worden gebruikt. Roeiers van de Koninklijke Leidse Roeivereniging Njord zijn speciaal opgeleid om de bemanning te vormen. Vijftien Leidse roeiers, slechts gekleed in zwembroekje, namen de kano’s in ontvangst nadat ze samen met de Maori’s de haka hadden gedanst. Gebeden moesten ervoor zorgen dat de waka’s een veilige nieuwe thuishaven hebben gevonden.

Na de ceremonie werd de expositie geopend door Pieter van Vollenhoven als beschermheer van de New Zealand-Netherlands Foundation. Hij memoreerde hoe belangrijk de waka’s zijn voor de oudste bewoners van Nieuw-Zeeland. „Ik heb grote bewondering voor uw voorouders, die meer dan duizend jaar geleden met de kano’s vanuit Polynesië naar uw land zijn gevaren”, zei hij tegen de Maori’s die in Leiden meededen aan de rituele overdracht.

In Museum Volkenkunde zijn tot 1 mei onder meer houtsnijwerk, sieraden, kleding en tatoeages van de Maori’s te zien. Ook komen de flora en fauna van Nieuw-Zeeland en het werk van Nieuw-Zeelandse kunstenaars aan bod op de tentoonstelling. Bezoekers kunnen meedoen aan allerlei activiteiten om de Maori-cultuur te ervaren, zoals workshops haka dansen en tatoeëren.