‘Openluchtige’ adviezen van C. H. Spurgeon
Spurgeon, „baptistenpredikant, vaste voorganger in de Metropolitan Tabernacle in Londen, meest vermaarde redenaar van zijn tijd, begunstigd met een prachtig stemgeluid, boeiend en beeldend in de verkondiging van het Evangelie, eenvoudig in de verwoording, praktisch gericht, anekdoten en puntige gezegden niet schuwend, dogmatisch altijd verantwoord.”
Wie na deze schets in de ”Encyclopedie van het Christendom” uit 1955 gelezen te hebben de ”Pastorale adviezen” van Spurgeon doorneemt wordt erin bevestigd. Bij het lezen van deel II bleef ik haken bij de hoofdstukken waarin Spurgeon zijn studenten, bij gebrek aan kerkgebouwen of andere besloten ruimten, aanmoedigde openluchtprediking te verzorgen. Hij zette zijn aanbevelingen van deze methode in met verwijzing naar Henoch, de zevende in het geslachtsregister van Adam, die geen andere kansel begeerde dan de helling van een heuvel, naar Noach, die vanaf zijn scheepswerf zijn tijdgenoten vermaande, naar Mozes en Jozua, die het volk onder een pilaarloze hemelboog aanwijzingen gaven, naar Samuël, die in het veld bij Gilgal onweer en regen trotseerde en dat tegelijk als een bevestiging op zijn preek ervoer, naar Jona, die door de straten lopend Ninevé het oordeel aanzegde, en last but not least naar Ezra en Nehemia, die met al het volk samenkwamen in de straat voor de Waterpoort.
En Jezus was naar het oordeel van Spurgeon in alle opzichten de grootste openluchtprediker. Naar het oordeel van Spurgeon zijn de grote godsdienstige opwekkingen sterk bevorderd door prediking in openluchtsamenkomsten. „Het was een gezegende dag toen in Engeland methodisten Jezus gingen verkondigen in de openlucht”, aldus Spurgeon. Eenmaal begonnen, was het niet meer tegen te houden. De toeloop was groot, soms ook van tegenstanders. Er is gepredikt onder een regen van rotte eieren en vuilnis. Soms werd er een span paarden opgejaagd om de menigte uit elkaar te drijven. Bellen, oude ketels, trompetten en complete muziekkorpsen werden ingezet om de voorgangers te overstemmen.
Spurgeon gaf zijn studenten wel veiligheidstips. Hij noemde de openluchtprediker Ousely, die als voorganger, om stenen zo veel mogelijk te ontgaan, dikwijls positie koos voor het raam van de apotheker of met de woning van een prominente rooms-katholiek in de rug… Dat werkte temperend op de woede van de tegenstanders.
Ook het weer betrok Spurgeon in zijn adviezen. De onbestendigheid ervan was soms groot. „In de oogsttijd hield ik eens een preek in de openlucht tijdens een stortbui. De tekst was: „Hij zal neerdalen gelijk de regen op het gemaaide gras, als regenbuien die de aarde bevochtigen.” Ik was kletsnat en de gemeente doorweekt. Ik heb niets over zieken vernomen. Wel dat er onder de preek zielen tot Jezus zijn gebracht.”
Verder vond Spurgeon preken onder de open hemel voor het Koninkrijk Gods effectiever dan voorgaan in gebouwen. Veel kerkgangers waren naar zijn oordeel „houten klazen, die met open ogen zaten te slapen.”