Israël viert 100 jaar kibboets
JERUZALEM – De Israëlische regering is gisteren begonnen met de viering van de honderdste verjaardag van het kibboetssysteem.
Het kabinet van premier Benjamin Netanyahu kwam onder strenge veiligheidsmaatregelen bijeen voor een speciale zitting in de kibboets Degania Alef in het noorden van Israël. De in 1910 opgerichte Degania Alef geldt als geboorteplaats van de Israëlische kibboets.
„De geschiedenis van de kibboets is indrukwekkend en nauw verbonden met de geschiedenis van de staat Israël”, zei Netanyahu aan het begin van de bijeenkomst. Israël heeft veel te danken aan de kibboetsbeweging, omdat de leden enorm hebben bijgedragen aan de veiligheid van het land, aldus Netanyahu.
Het concept van een kibboets is gebaseerd op socialistische beginselen, zoals het gezamenlijk beheer van grond. Na de Tweede Wereldoorlog golden de kibboetsen als speerpunten van de zionistische beweging, die overlevenden van de Holocaust een nieuw thuis boden.
Tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog van 1948 speelden inwoners van kibboetsen een belangrijke rol bij het verdedigen van grondgebied tegen legers van omringende landen. Bij Degania Alef stuitte het leger van Syrië bijvoorbeeld op hevig verzet. Langs de toegangsweg naar de kibboets is een uitgebrande Syrische tank nog altijd een stille getuige van de oorlogshandelingen van ruim zestig jaar geleden.
Sinds de Zesdaagse Oorlog van 1967 kwamen meer dan 350.000 vrijwilligers uit de hele wereld naar Israël om als vrijwilliger aan de slag te gaan in een kibboets. Onder hen waren veel Nederlanders.
Israël telt tegenwoordig ongeveer 250 kibboetsen. Die zijn anno 2010 overigens in verregaande mate geprivatiseerd, tot verdriet van veel oudgedienden.
Door de privatisering en door gevoelens van onveiligheid is het aantal buitenlandse vrijwilligers dat in een kibboets aan de slag gaat de afgelopen jaren zeer sterk afgenomen.