Moslimterrorisme minder grijpbaar
Het wordt steeds lastiger het islamitisch terrorisme te bestrijden. De wereldwijde netwerken van radicale moslims splitsen zich op, waardoor het moeilijker wordt er greep op te krijgen.
Dat zei directeur S. van Hulst van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) dinsdagochtend bij de presentatie van het jaarverslag over 2002. Hij noemde 2002 een roerig jaar waarin de wereldwijde dreiging van het moslimterrorisme verder toenam. „We moeten niet in de stress schieten, maar wel zeer alert blijven.”
Van Hulst voorziet dat de dreiging van het islamitisch extremisme nog jarenlang deel zal uitmaken van de samenleving, ook in Nederland. „De antiwesterse sentimenten onder moslims nemen toe. Binnen kleine kernen is sprake van radicalisering.” Doordat de netwerken erg gesloten zijn, is het volgens Van Hulst steeds complexer er vat op te krijgen.
Anderzijds kon hij ook successen melden. De afgelopen jaren kon zijn dienst aanslagen voorkomen, waaronder een op de Amerikaanse ambassade in Parijs. Verder kon worden verhinderd dat een aantal gerekruteerde strijders van de islamitische heilige oorlog zou uitreizen.
Van Hulst weerlegde de stelling dat moslimextremisme niet gevaarlijker zou zijn dan de dreiging die uitgaat van andere orthodox-religieuze groeperingen. „Islamitische terroristen zien martelaarschap als het hoogste goed. Er is sprake van een oorlog tegen het Westen. Doel is het creëren van zo veel mogelijk doden.”
De acties van dierenactivisten, zoals een fors aantal brandstichtingen en bevrijding van pelsdieren, noemde hij „een zekere bedreiging” van de nationale veiligheid. Die dreiging neemt eerder toe dan af, aldus de AIVD-directeur.