Hypotheekonderzoek overschaduwt beurzen
NEW YORK – Toenemende zorgen over een onderzoek naar de hypotheekmarkt door de Amerikaanse overheid drukten donderdagavond en vrijdag de stemming op de effectenbeurzen.
De Amerikaanse overheid gaat onderzoeken of er tijdens de financiële crisis huizen onder dwang zijn verkocht terwijl dat niet geoorloofd was. Als de kwestie escaleert, kan dat de zwakke huizenmarkt en de broze economie schade berokkenen, vrezen analisten.
Banken en hypotheekverstrekkers worden ervan beschuldigd procedurele fouten te hebben gemaakt tijdens de vele executieverkopen in de afgelopen jaren, veroorzaakt door een niet-aflatende stroom aan aflossingsproblemen.
Papieren zouden door bankmedewerkers door tijdsdruk nauwelijks zijn gelezen of zelfs computergestuurd zijn afgestempeld om maar zo veel mogelijk documenten te kunnen behandelen.
Onder meer de Amerikaanse bank Wells Fargo –de op een na grootste hypotheekverstrekker in de VS– zou zich, aldus de Britse zakenkrant Financial Times donderdag, aan dit zogenoemde robo-signing (robotgestuurd afstempelen) schuldig hebben gemaakt. Zo zou één medewerker per dag zo’n 500 uitzettingspapieren hebben doorgewerkt.
Op die manier is nagelaten om te controleren of de huiseigenaar daadwerkelijk achterliep met de aflossing of dat de hypotheek nog in bezit was van de bank die de uitzetting had aangevraagd.
Ook bestaan er vermoedens dat er dossiers vervalst zijn en is, omdat hypotheken in de achterliggende jaren veelal direct door banken werden doorverkocht, soms ook onduidelijk wie een claim op het huis mag leggen bij een gedwongen verkoop.
Het is de tweede keer in relatief korte tijd dat Amerikaanse banken in opspraak zijn gekomen. Zij speelden ook een grote rol in het ontstaan van de kredietcrisis in 2008, nadat er op grote schaal hypotheken waren verstrekt aan Amerikaanse burgers met nauwelijks inkomen.
Mocht uit het onderzoek door de Amerikaanse overheid blijken dat banken zich inderdaad niet aan de regels hebben gehouden en de uitzettingen niet rechtmatig zijn, dan krijgen zij fikse schadevergoedingen voor hun kiezen van gedupeerde ex-huiseigenaren die vinden dat ze onterecht uit hun woning zijn gezet. Dit, zo vrezen analisten, kan zorgen voor een hernieuwde druk op het nog fragiele herstel van de Amerikaanse economie.
De situatie benadeelt niet alleen de groep huizenbezitters die mogelijk ten onrechte hun huis uit worden gezet. Ook degene die een geconfisqueerd huis hebben aangeschaft, kunnen in de problemen raken.
Het kost de banken jaren om alle verstrekte leningen en hypotheken te verantwoorden, zo waarschuwt een ingewijde. Het aandeel van de Bank of America kelderde daarom donderdag met 5,2 procent. Bankconcern JPMorgan verloor 2,9 procent.
Onder meer Bank of America, GMAC Mortgage, Ally Finance en JPMorgan Chase hebben inmiddels besloten tot het opschorten van de inbeslagnames. Vooralsnog doen zij dat alleen in de 23 staten waar vooraf rechterlijke toestemming nodig is voor uitzetting. Alleen al bij JPMorgan gaat het om 56.000 woningen. De uitzettingsfraude nam de achterliggende weken bijna met de dag in omvang toe.
Het wegvallen van de gedwongen verkopen dreigt de Amerikaanse huizenmarkt, die onlangs weer iets leek op te krabbelen dankzij de lage hypotheekrente en belastingvoordelen voor huizenkopers, opnieuw te ontwrichten. De foreclosures, zoals de gedwongen verkopen in de VS worden genoemd, vormen namelijk een groot deel van de markt.
Zo kwam vorige maand circa een derde van alle verkopen voort uit huizen die gedwongen op de markt werden gebracht, aldus het Amerikaanse persbureau Reuters. Vorig jaar werd het record van 1,2 miljoen huizen door de bank teruggenomen.
Door het huidige moratorium op gedwongen verkopen zullen banken veel moeilijker de –op dit moment naar schatting ongeveer 5 miljoen– ontruimde of nog te ontruimen woningen kunnen doorverkopen.
Evenals donderdagavond op Wall Street werden uit vrees voor het onderzoek vanmorgen op de effectenbeurs in Japan bankaandelen van de hand gedaan.