Het gaat om een man van rond de vijftig jaar die een halfjaar geleden is overleden. Dat heeft officier van justitie T. Wolters in Leeuwarden maandag bevestigd.

Volgens Wolters was dit de enige manier om aan DNA te komen, omdat de ouders van de man al zijn overleden. Wolters wil niet zeggen in hoeverre de man verdacht is. „Grafschennis is zeer ongebruikelijk. Desondanks vonden we het nodig om zover te gaan. Hij is zo belangrijk dat we hem graag weg willen kunnen strepen als verdachte.”

Morgen is het vier jaar geleden dat Marianne Vaatstra uit Zwaagwesteinde werd vermoord. Het 16-jarige meisje fietste in de nacht na Koninginnedag van Kollum naar huis en werd in de buurt van Veenklooster vermoord.

Vorige week werd bekend dat DNA-materiaal was afgenomen van een moeder wiens zoon zelfmoord had gepleegd. De jongen werd in het roddelcircuit genoemd als moordenaar van Marianne Vaatstra. DNA-onderzoek heeft uitgewezen dat hij niet de moordenaar is.

In het onderzoek naar de gruwelijke dood van het Friese meisje is al veelvuldig gebruik gemaakt van DNA-onderzoek. Tijdens het eerste onderzoek is van bijna 200 mannen DNA afgenomen. Later zijn nog ongeveer 500 mannen onderworpen aan een DNA-onderzoek. Op dit moment werken nog bijna dertig mensen aan het onderzoek. Er worden nog steeds DNA-testen gedaan.