Levenslang voor christen in Pakistan
De 55-jarige Pakistaanse christen Ranjha Masih is tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld vanwege vermeende vernieling van een islamitisch uithangbord. Dat zou vijf jaar geleden zijn gebeurd tijdens de begrafenis van de rooms-katholieke bisschop John Joseph.
Zijn advocaat, Khalil Tahir, gaat in hoger beroep. De uitspraak had zaterdag plaats. Ingewijden ervaren de uitspraak in deze kwestie als vreemd omdat volgens de wet op dergelijke overtredingen de doodstraf staat en niet levenslang.
De letterlijke aanklacht luidt dat Masih tijdens de uitvaartdienst van de bisschop stenen zou hebben gegooid naar een bord met koranteksten en de naam van de profeet Mohammed zou hebben gelasterd. De bisschop had zelfmoord gepleegd voor het gerechtsgebouw als protest tegen het maken van misbruik van de Pakistaanse wet op de godslastering.
Artikel 295-C in het Pakistaanse wetboek, dat gaat over godslastering, is de laatste jaren met een zekere regelmaat gebruikt om christenen te beschuldigen.
Soms heeft er in hoger beroep vrijspraak plaats. Dat was in maart van dit jaar het geval met twee broers Masih - overigens geen familieleden van de nu veroordeelde man. Het hooggerechtshof in Lahore sprak de broers Saleem en Rasheed Masih vrij van godslastering, nadat de aanklager de doodstraf had geëist. Mededorpsbewoners hadden het tweetal aangeklaagd omdat de Masihs de profeet Mohammed zouden hebben gelasterd.
Uit deze vrijspraak in hoger beroep put de advocaat van de nu veroordeelde christen moed. Rond de honderd toeschouwers, vooral moslimactivisten en Pakistaanse journalisten, woonden zaterdag de uitspraak bij in het regionale gerechtsgebouw in Faisalabad. Rechter Mohammed Shahid Rafique las het vonnis -levenslang zonder vrijlating op borgtocht- voor. Naast de gevangenisstraf veroordeelde de rechter Masih tot een geldboete van 850 euro. De aanklacht tegen de christen is ingediend door Mohammed Jahanzeb, zoon van de oud-burgemeester van Faisalabad.
Het voorarrest duurde vijf jaar. Pas over anderhalf jaar wordt er een uitspraak in hoger beroep verwacht.
De uitspraak was een anticlimax voor de ongeveer honderd aanwezigen. Rechter Rafique kwam de rechtszaal binnen. Hij las in twee korte zinnen het vonnis voor en maakte direct rechtsomkeert, aldus advocaat Tahir. Hij verklaarde dat de rechter het vonnis wel uitgesproken heeft maar nog niet ondertekende. Dat is wel nodig om in hoger beroep te gaan. Hoewel de slotpleidooien al eind maart werden gevoerd, stelde de rechter de datum van de uitspraak steeds uit.
