H. van Vliet, sinds 1987 secretaris van de Nederlandse Stichting Mbuma-Zending, behoorde in 1964 tot de eerste 1000 bezoekers. „Velen droegen toen in Nederland de zending wel een warm hart toe, maar konden het met hun geweten niet verantwoorden medewerking te verlenen aan de initiatieven die er hier en daar op dit gebied reeds waren. Medisch zendeling J. D. van Woerden en schoolhoofd A. Docter uit Delft hadden kennisgemaakt met het zendingswerk van de Free Presbyterian Church in Schotland. Deze mensen hebben in Nederland dat zendingswerk geïntroduceerd. Zij kwamen hun Nederlandse vrienden vragen om hulp en steun.”

De Free Presbyterian Church werkt sinds 1905 in Zimbabwe, waar inmiddels twee inlandse predikanten werkzaam zijn. Op vele plaatsen in Zimbabwe steunt de FPC kerkjes, scholen, medische klinieken en het ziekenhuis te Mbuma.

Op de eerste zendingsdag in Tivoli sprak onder meer de eerwaarde heer A. de Redelijkheid. Hij zei toen: „De harten gingen open om mee te mogen doen. Er is een ontwaken, een reveil.”

Wat was het doel van die eerste Mbuma-dag? „Wij zijn hier gekomen om een goede tijding te beluisteren”, sprak De Redelijkheid. „Wij kunnen deze dag beluisteren wat grote dingen door deze zending gebeurd zijn. De zendeling is hier niet gekomen om eigen werk te verheerlijken. Maar om ons te vertellen wat de Heere gedaan heeft.”

Er werden contacten gelegd. Tussen Nederland en Schotland, tussen Nederland en Mbuma (in het toenmalige Rhodesië, nu Zimbabwe). Ds. Petros Mzamo uit Mbuma bezocht Nederland en sprak onder meer met ds. Joh. van der Poel (Ede) en ds. G. van de Breevaart (Hendrik-Ido-Ambacht). Begin 1964 werd de ”Nederlandse stichting tot ondersteuning van het geestelijke en medische werk op de Mbuma-zendingspost in Zuid-Rhodesië, uitgaande van de Free Presbyterian Church of Scotland” opgericht. Leden waren onder meer de hulpprediker De Redelijkheid (voorzitter), ds. G. van de Breevaart, S. Nieuwenhuis, N. Post (secretaris) en schoolhoofd Docter.

De Mbuma-zendingsdag was van meet af aan een jaarlijkse gebeurtenis. Tot en met 1973 kwam men in gebouw Tivoli te Utrecht bijeen; later in de Margriethal van de Jaarbeurs en in de Veemarkthal te Utrecht, in de Ahoy-hallen te Rotterdam, in de Groenoordhal te Leiden en in de Veemarkthal te Zwolle. De afgelopen veertien keer is de zendingsdag gehouden in de fruithallen te Geldermalsen. In 1987 werden, door de fusie tussen de Eben-Haëzer Zending en de Mbuma Zending, ook hun beide landelijke zendingsdagen bijeengevoegd. Beide instanties richtten zich in die jaren op zendingswerk in Zimbabwe.

Van Vliet (76) verwacht dat het aantal bezoekers van de zendingsdag blijft schommelen rond de 5000. „In de jaren zestig was een zendingsdag iets nieuws. Tegenwoordig zijn er zoveel van dergelijke initiatieven, dat men het maar voor het uitzoeken heeft. Daarom denk ik niet dat het bezoekersaantal zal blijven groeien.”

Komen de bezoekers uit belangstelling voor het zendingswerk, of is de zendingsdag ook vooral een ontmoetingsdag? „De scheidslijn is niet helder te trekken”, zegt Van Vliet. „Het heet zendingsdag, maar de Nederlandse Stichting Mbuma-Zending bedrijft feitelijk zelf geen zending. Wij steunen financieel en soms ook wel materieel het zendingswerk van de Free Presbyterian Church. We beleggen een jaarlijkse dag om ook concreet vorm te geven aan de steun uit Nederland. Mensen komen uit liefde voor de zending, maar ook wel uit liefde voor de oude waarheid. Men komt uit het gehele land. Laten we maar eerlijk zeggen dat velen ook komen om een geliefde prediker te beluisteren. Als het in de toespraken over de zending gaat, is dat mooi meegenomen.”

De bezoekers en de sprekers komen uit het rechtse deel van de gereformeerde gezindte, zegt Van Vliet. Op Koninginnedag spreken ds. Tj. de Jong (Staphorst), ds. J. Roos (Opheusden), ds. D. Monster (Barneveld) en ds. S. de Jong (Leerbroek). Er zal een afgevaardigde uit Schotland aanwezig zijn, terwijl er gewoontegetrouw ook een kindervertelling is.

Van Vliet heeft inmiddels vijftien keer, als afgevaardigde van de Nederlandse Mbuma-stichting, de synode van de FPC in Schotland bezocht. Op de Nederlandse zendingsdag wordt ieder jaar het woord gevoerd door een predikant uit Schotland.

Op 18 juli 1964 was ds. Donald Maclean (Glasgow) als deputaat van de Schotse zending aanwezig in Utrecht. Gesproken werd onder meer door ds. Du Marchie Van Voorthuysen. Zijn rede eindigde zo: „Ik moet eindigen om des tijds wil. Maar dit wil ik nog zeggen: Wees voorzichtig mensen, want als straks die Moren met u zullen staan in die grote dag, dan zullen er Moren staan aan de rechterkant, zo blank en zo wit door Christus’ bloed. En wat zal er een menigte naamchristenen zijn, zo zwart als de duivelen, zo verdoemelijk vuil door onverzoende zonden. Ziet dat u niet links zult staan van de Rechter, van Christus. Dan zullen verkoren en toegebrachte Chamieten u eeuwig helpen verdoemen. Als zij dan horen van uw gaven en collectes, dan zullen die verloste Moren zeggen: Hoe is het mogelijk, dat jullie zo veel overhebben voor de zending, maar waarom hebben júllie God je hart niet gegeven?”