„Uitspraak eerste ICC-zaak in maart 2011”
DEN HAAG (ANP) – Het Internationaal Strafhof (ICC) doet naar verwachting in maart 2011 uitspraak in zijn eerste zaak, het proces wegens oorlogsmisdaden tegen Thomas Lubanga uit de Democratische Republiek Congo. Dit zegt voorzitter Christian Wenaweser van de ASP, de vergadering van de inmiddels 114 landen die zijn aangesloten bij het ICC.
De ASP houdt toezicht op het werk van het Strafhof, dat sinds juli 2002 in Den Haag zetelt. De Liechtensteinse diplomaat Wenaweser sprak woensdagavond tijdens een drukbezochte bijeenkomst in het gerenommeerde Asser Instituut voor internationaal recht in de hofstad.
Menig ICC-medewerker is ongelukkig over het feit dat het hof meer dan acht jaar na zijn oprichting in nog geen enkele zaak uitspraak heeft gedaan. Het Lubanga-proces wordt gekenmerkt door een tumultueuze verhouding tussen rechters en aanklagers en heeft sinds afgelopen juli weer eens maandenlang stilgelegen, tot een recente uitspraak van de Kamer van Beroep die de zaak weer heeft vlotgetrokken. Wenaweser zegt dan ook dat het eerste vonnis er in maart 2011 komt, „als alles goed gaat”.
Lubanga staat terecht wegens het ronselen en inzetten van kindsoldaten, een oorlogsmisdaad volgens het Statuut van Rome, het ICC-oprichtingsverdrag uit 1998. Het ICC is het eerste permanente internationale hof voor oorlogsmisdaden en andere zeer zware internationale misdrijven.
In de vergaderingen van de ASP, die Wenaweser voorzit, plegen de aangesloten landen steun te betuigen aan het hof, dat zij samen hebben opgericht. Het is momenteel de „grootste uitdaging” voor het hof ervoor te zorgen dat een situatie ontstaat waarbij de verdragspartijen het ICC ook buiten de ASP blijven steunen, in de Veiligheidsraad en de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en in het overige internationale verkeer.
Wenaweser heeft protestbrieven geschreven aan Tsjaad en Kenia, twee landen die zijn aangesloten bij het ICC en desondanks president Omar al-Bashir van Sudan gastvrij ontvingen. Het ICC heeft arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen het staatshoofd van het grootste land van Afrika op verdenking van genocide en oorlogsmisdaden in Darfur.