De nationale recherche heeft woensdag het bedrijf in Dordrecht doorzocht, aldus het landelijk parket. Het parket ontving twee aangiftes tegen Riwal.

Advocate Liesbeth Zegveld uit Amsterdam deed in februari namens de Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al Haq aangifte tegen Riwal, meldde ze. „We hebben aangifte gedaan van misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven”, verduidelijkte Zegveld.

Het Nederlandse bedrijf helpt volgens haar mee aan het bouwen van de omstreden muur. Zegveld: „Het Internationaal Gerechtshof heeft geoordeeld dat de muur onterecht wordt opgetrokken.” De advocate vermoedt dat de Nationale Recherche bij het bedrijf heeft gezocht naar opdrachten en eventuele andere documenten die volgens haar de mate van de betrokkenheid van Riwal bij de bouw van de afscheidingsmuur verder onderbouwen.

Het kraanverhuurbedrijf kwam eerder ook al in opspraak. In 2006 leidde de mogelijke betrokkenheid van het bedrijf bij de bouw van de afscheidingsmuur tot kamervragen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken liet toen weten dat het ongewenst is dat Nederlandse bedrijven meewerken aan de bouw. In datzelfde jaar liet Riwal weten geen materieel meer te zullen leveren voor de bouw van de omstreden muur.

Maar een jaar laten eiste Maxime Verhagen als minister van Buitenlandse Zaken opnieuw opheldering over de rol van het bedrijf, nadat de overheid het bedrijf had aangesproken op de verhuur van hoogwerkers aan het Israëlische bedrijf dat de omstreden muur bouwt.

Het Internationale Gerechtshof bestempelde de muur in juli 2004 als ‘illegaal’.

Riwal wilde woensdag niet reageren op het nieuws.