Dit nu was de zonde van het volk waar Jesaja tot sprak. Zijn wij niet bijna daaraan gelijk in onze openbare godsdienst? U komt om te horen. Is er wel iets meer? De gedachten van de meeste mensen zwerven om en zijn nu eens bij uw schuren, dan weer bij uw werk, of bij wat er ook maar in uw hoofd opkomt.Ja, al zijn uw gedachten bij de preek, waar zijn nochtans de genegenheden, die de ziel en geest van de godsdienst zijn? Meestal is het wat wild vuur, en wanneer God u nu roept om uw wegen te onderzoeken, is er dan wel enige ware droefheid of bewijs daarvan?

O, geliefden, er is geen vasten zonder wenen! Zal Zijn ziel die niet haten? De meeste christenen staan hier schuldig. Wij komen tot de predikatie om als het ware een gewoonte te volbrengen en een plechtigheid te verrichten om ons geweten te bevredigen; een ander doel is er niet. Wij zoeken geen zielsgemeenschap met God.

Wij moeten komen om de waarheid meer te ontvangen in de liefde daarvan, om God te dienen in de geest en om onszelf Hem tot een aangename offerande op te offeren.

De gehele godsdienst is de liefde tot Christus Jezus, Die ons heeft liefgehad. Daarom moeten wij voor Hem leven, omdat Hij voor ons is gestorven. Nu moeten onze godsdienst en al onze plichten kanalen zijn om onze liefde naar Hem te leiden.

Hugo Binning, predikant te Govan (Schotland) (Vernedering des harten, 1705)