Ghailani (36) wordt verdacht van betrokkenheid bij aanslagen op de Amerikaanse ambassades in Kenia en Tanzania in 1998, waarbij 224 mensen om het leven kwamen. De Tanzaniaan zou het dynamiet, een mobiele telefoon en een auto hebben geleverd die bij de explosies werden gebruikt.

Het proces geldt als test van het plan van de Amerikaanse president Barack Obama om gevangenen van Guantanamo op Amerikaanse bodem te berechten. Vooral Republikeinen zijn tegen dit beleid. Zij willen dat militaire rechtbanken de terreurverdachten veroordelen.

Volgens justitie is Ghailani een belangrijk lid van de terroristische beweging al-Qaeda en heeft hij gelogen over zijn betrokkenheid. Aanklager Nicholas Lewin: „De verdachte deed dit allemaal omdat hij zich inzette voor het doel van al-Qaeda, het doden van Amerikanen”.

Volgens advocaat Steve Zissou was Ghailani, ten tijde van de aanslagen 22 jaar oud, „onvolwassen, goedgelovig en naïef”. De Tanzaniaan zou zijn „bedrogen om te helpen bij deze aanslagen”. „Wist Ghailani wat zijn vrienden van plan waren? Wist hij wat er zou gaan gebeuren? Het antwoord op die vragen is nee”, aldus Zissou.

Op de lijst aanklachten tegen de Tanzaniaan staan 286 gevallen van moord, samenzwering tot moord, bomexplosies en verminkingen. Ook wordt hij verdacht van samenzwering tot het gebruik van massavernietigingswapens tegen Amerikaanse staatsburgers.

Ghailani werd in 2004 in Pakistan opgepakt en zat sinds 2006 vast in het omstreden Amerikaanse detentiekamp Guantanamo Bay op Cuba. Hij was in juni vorig jaar de eerste oud-gevangene van dat kamp die in de Verenigde Staten voor een Amerikaanse civiele rechter werd voorgeleid.