Orde in de chaos
Bij kolken en stromingen kan iedereen zich wel iets voorstellen. Hoe ze werken? Daarbij komt een vorm van hogere wiskunde kijken. Het boek ”Kolken en stromingen” van drie Franse auteurs probeert het evenwel niet moeilijker te maken dan het is.
Hoe komt het dat koffiemelk zich in slierten door de koffie verdeelt, terwijl je roert? Daarbij speelt een chaotische beweging een rol. Die beweging blijkt te maken te hebben met het getal dat de Engelse natuurkundige Osborne Reynolds in 1880 heeft ontdekt.
Dat getal speelt een sleutelrol bij het verschil tussen laminaire (gelijkmatige) en turbulente (chaotische) stromingen. Foto’s laten het verschil tussen beide typen zien, terwijl de tekst dieper graaft en de wetenschappelijke achtergronden toelicht.
Niet alleen vloeistofstromingen, maar ook luchtwervelingen zoals waterhozen en tornado’s komen aan de orde. De auteurs nemen daarvoor het leeglopen van een badkuip als voorbeeld. Daarbij ontstaat een draaikolk die sneller draait naarmate het water dichter bij de afvoer komt.
Bij een hoos of wervelwind zit het afvoerputje, door opstijgende lucht in het midden, bovenaan, terwijl opstijgend, condenserend water de energie levert die de orkaan in stand houdt. Dat verklaart waarom een orkaan boven land algauw in kracht afneemt: daar is minder water beschikbaar dan boven zee.
Niet iedereen zal direct grijpen naar ”Kolken en stromingen”. De belangstellende treft er echter een gedegen populair-wetenschappelijke bespreking aan van dit onderwerp.