Politiek

Tien ministers Balkenende gedwongen weg

UTRECHT (ANP) – Niet eerder hebben zo veel bewindslieden voortijdig hun biezen moeten pakken als in de kabinetten Balkenende. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht naar afgetreden ministers en staatssecretarissen in de naoorlogse kabinetten. Onder Balkenende moesten tien bewindslieden gedwongen aftreden.

12 October 2010 18:51Gewijzigd op 14 November 2020 12:06

Het onderzoek spitst zich toe op bewindslieden die aftraden van 1946 tot en met 2009. In die periode had Nederland 719 ministers en staatssecretarissen. Van hen traden 107 tussentijds af. „Dat gebeurde meestal vrijwillig”, zegt een van de onderzoekers, hoogleraar Bestuurskunde Mark Bovens. „Bijvoorbeeld omdat ze een andere baan kregen.”

37 bewindslieden moesten gedwongen het veld ruimen. In de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw traden er per decennium gemiddeld slechts vier onvrijwillig af. In de jaren tachtig en negentig waren dat er zes. Onder Balkenende was dat dus het recordaantal tien. „Het was daarin het meest turbulente decennium in de naoorlogse geschiedenis”, aldus Bovens. „Dat komt deels door de opkomst van de LPF waarvan veel ministers voortijdig opstapten.” Eduard Bomhoff en Herman Heinsbroek traden af na geruzie binnen de partij. LPF’ er Philomena Bijlhout was slechts zeven uur staatssecretaris.

Piet Hein Donner en Sybilla Dekker stapten beiden op vanwege de Schipholbrand. PvdA-minister Ella Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie trad eind 2008 af nadat de partijleiding het vertrouwen in haar had opgezegd. Het meest recente voorbeeld is staatssecretaris Jack de Vries van Defensie. De CDA’er raakte in opspraak door een relatie met een medewerkster van zijn departement en trad in mei af.

Hoogleraar Bovens concludeert dat ministers op een aantal posten extra op hun hoede moeten zijn. „Bij Defensie en Justitie is er een grotere sneuvelkans vanwege de controversiële onderwerpen.” Bij Verkeer en Waterstaat is er meer zekerheid. „Daar is nog nooit een minister tussentijds afgetreden, want de onderwerpen zijn minder omstreden. Iedereen wil bijvoorbeeld wel hogere dijken.”

Mark Rutte heeft het met zijn ervaren ministersploeg slim bekeken, volgens de uitkomsten van het onderzoek. Bovens: „Bewindslieden zonder parlementaire ervaring hebben 60 procent meer kans om tussentijds te moeten vertrekken.” De toekomstige minister-president kan zich volgens Bovens nog wel een buil vallen aan Ivo Opstelten en Ben Knapen. „Zij hebben de minste parlementaire ervaring.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer