Het Openbaar Ministerie had 700 euro onvoorwaardelijk en 500 euro voorwaardelijk geëist. Drie bedrijfsleiders - twee uit Amsterdam en één uit Den Haag - en een voormalige personeelsfunctionaris besloten vorig jaar geen werknemers van Marokkaanse afkomst aan te nemen. De rechtbank constateerde een verzachtende omstandigheid: de verdachten kregen „niet of nauwelijks” ruggesteun vanuit de organisatie bij het leren omgaan met problematiek binnen het personeelsbeleid.

De officier van justitie had tijdens de eerdere zitting al aangevoerd dat een „lichte straf op z’n plaats was”, omdat er eerder conflicten op de werkvloer waren geweest, die tot spanningen en ontslagen hadden geleid.