Een poosje
Lukas 13:24
„Strijdt om in te gaan door de enge poort…” Er is ook een soort mensen die vroeg genoeg door de enge poort zoeken in te gaan, maar door de smalheid van de weg vervallen zij en gaan niet in. Tot deze zegt de Heere: Arbeid om in te gaan door de enge poort, omdat er velen, zeg Ik u, zoeken in te gaan. Zij zullen het wel beproeven of zij het kunnen of niet, maar zij zullen het voor te gevaarlijk houden. Zij zullen het wel beproeven of zij door deze engte kunnen ingaan, maar omdat ze niet uit alle macht zoeken, zullen zij uiteindelijk niet kunnen ingaan.
Er zijn veel mensen die, als zij hun zonden en goddeloosheid door het Woord van God horen verdoemen, zich een poosje voornemen die te verlaten, om in te gaan door de enge poort van deugdelijk leven. Zij verlaten hun dronkenschappen, waarvan de apostel spreekt dat wij ons daarvan zouden onthouden. Zo zoeken deze mensen in te gaan. Maar terstond daarna keren zij terug, als met de hond tot zijn eigen uitspuugsel en met de zeug tot de wenteling in het slijk.
Sommigen vernieuwen steeds hun wens. Zij komen echter nooit tot het baren. De Heere wordt echter nooit verzadigd van lege wensen.
Thomas Tymme, predikant in Engeland
(”Een zilveren poortklok”, 1635)