Hervorming IMF blijft uit
WASHINGTON – Financiële wereldleiders zijn er zaterdag in Washington niet in geslaagd een besluit te nemen over de vraag hoe opkomende landen een betere stem kunnen krijgen in het bestuur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
De Verenigde Staten en opkomende landen zoals China en Brazilië eisten van Europa dat het plaatsmaakt aan de bestuurstafel van het IMF. Dat moet beslissingen van het instituut een brede basis geven en de opkomende landen dwingen meer verantwoordelijkheid te nemen voor de stabiliteit van de internationale economie.
Voorafgaand aan de IMF-top bood Europa –dat momenteel nog een derde van de 24 bestuurszetels in het bestuur bezit– aan twee zetels gedeeltelijk op te geven door ze te laten rouleren onder opkomende landen. De VS willen echter dat Europa een groter gebaar maakt.
De nieuwe verdeling van het bestuur, die kan betekenen dat ook Nederland het recht op een zetel deels verliest, hangt samen met een ingewikkelde herberekening van de stemrechten van alle IMF-leden. „Eigenlijk voelt iedereen zich daarbij tekortgedaan”, zei de Nederlandse minister van Financiën, De Jager, over de discussie. „Ik heb wel het idee dat de Amerikanen Europa nog wat tijd willen geven.”
De hervorming moet echter op korte termijn worden afgerond. Voor de jaarwisseling moet duidelijk zijn hoe de opkomende landen meer stemrecht krijgen, beloofden de leiders van de G20 eerder dit jaar.
Hoewel de financiële leiders geen vooruitgang boekten in hun gesprekken over een nieuwe verdeling van het IMF-bestuur, beloofden zij wel te blijven samenwerken aan een stabiele wereldeconomie.
Zo kwamen de 187 lidstaten van het IMF overeen dat het instituut scherper toezicht moet houden op de zwakke plekken in de economie.
Het moet daarvoor de gevolgen van het beleid van economische grootmachten zoals de Verenigde Staten en China voor de economie in kaart brengen.
In de afgelopen weken leek de samenwerking, waarmee in de afgelopen jaren de recessie werd bestreden, uit beeld te verdwijnen door hoog oplopende spanningen over handel en valuta’s die vooral voelbaar waren tussen de Verenigde Staten en China. De Verenigde Staten dreigden China zelfs met handelssancties als het de koers van de yuan niet verder laat stijgen.
De eendracht is volgens IMF-topman Dominique Strauss-Kahn echter niet volledig verdwenen. „Zelfs nu we niet meer op de climax van de crisis zitten, beseft iedereen dat we de samenwerking moeten doorzetten. Ook zij die het hardst roepen om interventies zien dat in”, zei hij na afloop van de bijeenkomst.
Hij benadrukte dat goede voornemens alleen niet genoeg zijn om de grote problemen in de internationale economie op te lossen. „Woorden veranderen niets. Beleid moet worden aangepast”, aldus Strauss-Kahn.