Dr. Zuurmond: Laat Bijbel voor zichzelf spreken
AMSTERDAM – De Bijbel wordt in de kerk in feite steeds minder belangrijk, van links tot rechts, constateert dr. Rochus Zuurmond. Helaas, want de inhoud van dat boek is de enige reden van bestaan voor de kerk. „Maar laat de Bijbel vooral voor zichzelf spreken.”
Dat betoogde Zuurmond gisteren in Amsterdam naar aanleiding van zijn boek ”Niet te geloven. Apostolische Geloofsbelijdenis en de Bijbel” (uitgeverij Skandalon, Vught).
Dr. Zuurmond, emeritus hoogleraar Bijbelse theologie aan de Universiteit van Amsterdam, is van mening dat de inhoud van de apostolische belijdenis na 1500 jaar nog steeds relevant is. Zij verwoordt de Bijbelse boodschap op een verantwoorde wijze, maar, zo voegt hij eraan toe, zij moet opnieuw geijkt worden op haar Bijbelse oorsprong. De reden daarvoor is dat kernwoorden als God, geloof, schepping, Zoon van God een betekenis hebben gekregen die ze gelet hun oorsprong niet toekomt en die op dit moment meer verduistert dan verheldert.
Hij denkt daarbij onder meer aan de Alpha-cursus, waarmee „goede, oude waarheden worden gepresenteerd en uitgelegd in termen van de boulevardpers. Alsof dat kan zonder de inhoud geweld aan te doen.” De Bijbel is geen consumptieliteratuur. „Jammer genoeg houden ook veel moderne vertalingen van de Bijbel daar mijns inziens veel te weinig, of zelfs helemaal geen rekening mee.”
Veel theologische begrippen, zoals ”dogma” en ”gezag van de Heilige Schrift”, zijn volgens Zuurmond gekleurd door het spraakgebruik van deze eeuw. Zuurmond neemt afstand van de manier waarop de kerk theologische begrippen of de moraal voorschrijft aan gelovigen. Hij maakt zich ongerust over het anti-intellectualisme binnen de kerken. „Niet het verstand, maar het gevoel, de emotie die je eraan beleeft, is beslissend.”
Zuurmond constateert dat de Bijbel zelf op de achtergrond is geraakt, „al langere tijd in sommige liberale kringen, maar recentelijk niet minder in evangelicale kringen.” Hij vindt dat de lezer de Bijbel niet voor de voeten moet lopen. Dat gebeurt maar al te vaak. „De Bijbel wordt verknipt, aangepast en gedomesticeerd (bedwongen, red.) om te passen in ons wereldbeeld.”
Betrouwbaar
De vraag of de Bijbel historisch betrouwbaar is, noemt Zuurmond een anachronisme. Het begrip „historisch betrouwbaar” is volgens hem modern en niet zonder meer toepasbaar op een antieke tekst. Dat geldt ook voor de morele voorschriften van de Bijbel, die niet meer voor deze tijd gelden vanwege de totaal andere situatie. Zuurmond bestrijdt de allegorische exegese. „De teksten zeggen niet eigenlijk iets anders dan wat ze woordelijk zeggen.”
De emeritus hoogleraar bewandelt het pad tussen enerzijds een Schriftgeloof dat alle teksten als historisch en feitelijk ziet en anderzijds de stelling dat de Bijbel slechts fabeltjes bevat. Aan de ene kant verwerpt hij de tendens om de Bijbelwetenschap van de laatste twee eeuwen massaal te negeren, bijvoorbeeld met een beroep op het geloof, anderzijds wil hij niet alle resultaten van het modern Bijbelonderzoek „voor zoete koek” aannemen. Ook bij Bijbelwetenschappers is er volgens hem soms een onkritische houding ten opzichte van eigen vooronderstellingen.
De Bijbel is voor Zuurmond een gezaghebbend boek, maar dat gezag is volgens hem geestelijk, dat wil zeggen: het verandert het leven van de mens. „Maar de Bijbel is geen pakketje goddelijke info. Op die manier, kleingeestig belerend, moraliserend en historiserend, ga ik niet met deze teksten om.” Zo ziet dr. Zuurmond belijdenissen als publieke uitspraken van de kerk omdat de situatie er nadrukkelijk om vraagt. De belijdenis is echter geen juridisch document dat bepaalt wie erbij hoort of niet. Evenals het dogma wil de belijdenis niets anders doen dan een richtlijn aanreiken bij het lezen van de Bijbel.