Een historisch curiosum uit de tijd van de Afscheiding
In een bakkerij in Hattem trof prof. Mees te Velde ooit een ruitje aan waarin ds. C. G. de Moen, een belangrijke figuur uit de afgescheiden kerk van de 19e eeuw, zijn naam kerfde.
Ik heb niet zo veel met relieken, maar ik bewaar een ruitje met de naam van ds. Carel Godefroi de Moen al sinds de jaren zeventig als een historisch curiosum. Ik vind het vooral leuk omdat het staat voor een stukje kerkgeschiedenis.
De Moen was aanvankelijk chirurgijn en vroedmeester, maar werd later predikant van de christelijke afgescheiden gemeenten van Den Ham, Zwolle en Doesburg. Bij de opening van de theologische school in Kampen in 1854 sprak hij de openingsrede uit. Interessant is ook dat hij zwager was van drie zogenoemde vaders van de Afscheiding: Brummelkamp, Van Raalte en Van Velzen. Zij trouwden alle drie met een zus van De Moen.
Als student raakte ik geïnteresseerd in kerkgeschiedenis en vond ik het leuk na te gaan waar belangrijke figuren uit de tijd van de Afscheiding woonden. Met behulp van volkstellingsregisters kwam ik er zo achter dat ds. De Moen ooit aan de Kerkstraat 5 in Hattem woonde, waar mijn vader toen predikant was. Ik toog naar het pand en hoorde daar dat een bakkersknecht ooit zijn naam in een ruitje op de eerste verdieping had gekrast. Ik zag echter dat in het ruitje niet de naam stond van een bakkersknecht, maar van C. G. de Moen. Dat had hij er waarschijnlijk met een diamant ingekerfd.
Later werd het pand verbouwd en een kennis van mijn schoonvader zei toen: Als je schoonzoon het ruitje wil hebben, haal ik het er wel uit. Zo heb ik het gekregen.
Vervolgens heb ik het in een loodrand laten vatten. Toen is er ook een kettinkje aan gemaakt, zodat je het bijvoorbeeld voor een raam kon hangen. Het heeft bij ons in verschillende huizen bij de voordeur een plek gekregen. Dan vroegen mensen soms wat het was en gaf het aanleiding om iets uit de kerkgeschiedenis van de 19e eeuw te vertellen. Nu bewaar ik het op mijn studeerkamer.
De Moen woonde van 1836 tot 1839 in Hattem, als chirurgijn. Hij studeerde ooit medicijnen in zijn vaderstad Leiden, maar heeft die studie om gezondheidsredenen nooit afgemaakt. Ook in Hattem had hij vaak met een slechte gezondheid te kampen. Zo is in kerkenraadnotulen uit die tijd te lezen dat zijn dochtertje aan huis gedoopt is.
De Moen trouwde tweemaal met een vrouw uit de Overijsselse landadel. Ook zelf kwam hij uit gegoede en intellectuele kring. Wellicht dat hij mede daardoor een vrij toonaangevende plaats kreeg in de afgescheiden kerken. Zo was hij jaren penningmeester van de theologische school in Kampen en werkte mee aan de Bazuin, het officiële orgaan van de school.
Zijn afkomst laat zien dat de afgescheiden kerken niet alleen uit mensen uit de zogenoemde “kleine luyden” bestond. Samen met Van Raalte en diens zwager Blikman Kikkert zette De Moen zelfs een steenfabriekje op in Ommen om zo de armoede daar te bestrijden. Een leuk en onbekend stuk sociale geschiedenis.