De Amerikaanse organisatie The Voice of the Martyrs publiceerde deze week een artikel over Noord-Koreaanse kinderen die soms op heel jonge leeftijd de grens met China over vluchten. Hoewel de motieven verschillen, komen de meeste vluchtpogingen voort uit grote nood onder de kinderen.

Een Chinese predikant vertelde over een 6-jarig meisje dat haar ouders zag sterven van de honger. Zij bleef achter met haar oudere zus. De twee besloten een vluchtpoging te wagen.

Het meisje, Cheng Lee, slaagde er samen met haar zus in om de Yalu, de grensrivier tussen Noord-Korea en China, over te steken. Vanwege de winterse omstandigheden konden de twee over het ijs lopen.

Eenmaal aan de Chinese kant van de rivier kreeg Cheng van haar zus te horen dat ze even moest wachten. Haar zus zei dat ze even alleen zou verder lopen, om te kijken of het veilig was. Ze keerde echter niet terug bij Cheng.

Het 6-jarige meisje slaagde er uiteindelijk in een Chinese christengemeente te bereiken. Daar werd ze opgevangen. Hoewel China probeert alle Noord-Koreaanse vluchtelingen terug te sturen, bood de gemeente het meisje een veilig onderdak.

Dat zelfs geslaagde vluchtpogingen uiteindelijk verkeerd af kunnen lopen, bewijst het verhaal over Hong Jun. Deze Noord-Koreaanse jongen van 11 jaar wist eveneens naar China te ontkomen. Volgens een Chinese predikant kreeg hij het verlangen om zijn eigen volk bekend te maken met het Evangelie. Tot tranen toe geroerd zong hij er enkele jaren later in aanwezigheid van de voor­ganger een lied, met daarin de bede om het Evangelie te verkondigen aan zijn broeders. Een aantal maanden later werd Hong Jun ontvoerd en onder dwang teruggebracht naar Noord-Korea. Daarna is er niets meer van hem vernomen.

The Voice of the Martyrs heeft deze en andere geloofsgetuigenissen van Noord-Koreanen gebundeld in een boek.