Molukkers demonstreren voor verdrukte volksgenoten
DEN HAAG – De Indonesische president kwam niet naar Den Haag. De Molukkers wel. Met oorverdovend lawaai vroegen ze donderdagmiddag aandacht voor de stem die niet gehoord wordt. De stem van hun volk, al zestig jaar verdrukt. De stem van volksgenoten die lange jaren achter de tralies verdwijnen voor zoiets misdadigs als het zwaaien van een RMS-vlag.
De naar schatting zes- tot zevenhonderd Molukkers hebben maar een stukje van het Malieveld nodig tijdens de manifestatie van het Comité Tifa Tjakalele en de stichting Zelfbeschikking Molukkers en Papoea’s. Een stukje waar niet een van de grote blubberplassen staat. Achter hun rug probeert een tractor de grond los te woelen, vastgestampt tijdens de talloze manifestaties waarvoor het veld een podium biedt.
Even is er een opstootje als enkele jongeren door agenten worden overmeesterd. „Terug! Terug!” schreeuwen ordebewaarders van het organiserend comité tegen de jongeren. „We zijn nog niet eens begonnen”, roept een oudere vrouw onthutst. Geopende blikjes drank vliegen door de lucht. De politie zet zich schrap, wapenstok in de hand, terwijl de organisatoren enkele woedende jongeren overreden terug te gaan richting podium.
De rust is snel hersteld. Als arrestantenwagens arriveren, is dat allang niet meer nodig. Agenten leggen even later een cordon rond de groep. „We laten ons niet uitdagen”, bezweert een oudere Molukker. Een ander: „Belachelijk, al die politie. Moet je kijken, een helikopter boven ons.”
Vanaf het podium klinkt monotoon geroffel van tifa’s, traditionele Molukse trommels. De Amsterdamse advocaat mr. J. G. Wattilete, sinds het afgelopen voorjaar president-in-ballingschap van de Molukse republiek RMS, arriveert met vertraging, omringd door beveiligers. De afgelopen dagen wist hij een ongekend succes te boeken: het kort geding waarin hij arrestatie van de Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono –SBY genoemd– eiste vanwege schending van de mensenrechten, was bij voorbaat kansloos, maar had tot gevolg dat het staatshoofd op het vliegveld van Jakarta op zijn schreden terugkeerde en het bezoek afzegde.
„Zwak”, oordeelt een vrouw die pal staat naast een spandoek. De aangekondigde demonstratie op het Malieveld ging wel door, mogelijk met minder mensen dan er anders gekomen zouden zijn. „We hebben nu de aandacht.”
„Laf”, oordeelt een vrouw uit Vught over Yudhoyono’s besluit om weg te blijven. „Hij zegt onze president te zijn, dan moet hij zijn gezicht durven laten zien aan al die Molukkers in Nederland. Hij zou hier merken dat we nog altijd voor het RMS-ideaal staan.” En niet alleen hij, „de demonstratie moest doorgaan zodat wij, de derde generatie, aan de jongeren laten zien dat ze naar voren moeten komen en het stokje van ons overnemen.”
Hoe staat het daarmee, zestig jaar nadat de Molukkers hun archipel noodgedwongen verlieten en hun republiek de ongelijke strijd tegen Indonesië verloor? „In de meeste gezinnen leeft het ideaal zeker nog. De opvoeding is belangrijk. We zijn hier ook voor de 92 politieke gevangenen uit ons volk, die in Indonesië niet de kans krijgen hun mening te geven. We laten ons niet monddood maken.”
Ondertussen blijft het ideaal al 60 jaar uit. „Hoe lang heeft Nederland voor zijn vrijheid moeten vechten?” pareert de Vughtse direct. „Elk volk heeft zijn ideaal. Het onze zál verwezenlijkt worden, maar we weten niet wanneer.”
Het verwijt is er niet alleen naar Indonesië, ook naar Nederland. „Ze zouden de Indonesische president helemaal niet moeten willen binnenlaten”, bromt een jongeman. „Hij is de leider van het grootste moslimland ter wereld. Volksgenoten van ons hebben acht of negen jaar celstraf gekregen, alleen maar omdat ze met een vlag zwaaiden.”
Hier op het Malieveld zijn ze er wel, de RMS-vlaggen en de vlaggen van de eveneens onvrije Papua’s. Dat mag in Nederland. Maar Nederland zou meer moeten doen, roept een vrouw. „De Nederlandse regering probeert de geschiedenis te verdoezelen door 17 augustus 1945 te erkennen als onafhankelijkheidsdatum van Indonesië. Daarmee wordt de inzet van onze ouderen verdoezeld, maar ook de rondetafelconferentie uit 1949 (toen Nederland de Indonesische onafhankelijkheid erkende, red.).”
Rondom de demonstranten staan de motoren van een club uit Moordrecht die in colonne naar Den Haag is gereden. Na onverstaanbare commando’s worden de motoren gestart, waarna ze zich verenigen in een oorverdovend gebrul. Het Malieveld dreunt. Het is als een machtige roep om vrijheid en recht.
Kleurige rookpotten worden ontstoken. De oudste generatie –de mensen die nog weten van het leven op de Molukken– is opgestaan om het schouwspel niet te missen.
„Wij zijn hier vandaag om onze solidariteit te betuigen met ons volk, dat elke dag in angst moet leven”, zegt president Wattilete. „De RMS is niet op de knieën te krijgen. We protesteren tegen de onmenselijke straffen die zijn opgelegd. De mensenrechten worden op beestachtige wijze geschonden.
De RMS heeft laten zien dat een nieuwe generatie de strijd op vreedzame wijze wil voortzetten. We gaan door tot ons doel is bereikt. Helaas heeft de Indonesische president niet van nabij mogen ervaren dat we onrecht niet tolereren. Hij durft alleen een thuiswedstrijd te spelen. Hij laat RMS-aanhangers opsluiten en martelen. Op 5 oktober 2010 heeft de RMS geschiedenis geschreven: de Indonesische president durfde niet naar Nederland te komen.”
CU-Kamerlid Voordewind zou tijdens de manifestatie spreken, maar heeft afgezegd. In plaats daarvan steekt de bejaarde weduwe van de in 1966 vermoorde president Soumokil haar volk een hart onder de riem.
„SBY, laat de politieke gevangenen vrij”, klinkt de oproep van bestuurslid G. Flapper van de stichting Zelfbeschikking Molukkers en Papoea’s, de opvolger van de in 1950 opgerichte stichting Door de Eeuwen Trouw. „Allen staan we erop dat er gerechtigheid geschiedt. Een feest voor de democratie, zei Verhagen. Dat zeg ik hem nu na. Zal hij, als minister van Buitenlandse Zaken, er ook voor kunnen zorgen dat dit feest van de democratie ook op het Merdekaplein in Ambon gevierd kan worden?”
Langzamerhand liep de overweldigende steun van de Nederlanders terug. In Indonesië kreeg een zekere mate van democratisering gestalte. De harde vervolging van vermeend separatisme in Indonesië maakt actie echter nodig, stelde Flapper. „Nederland, laat uw vrienden van vroeger niet in de steek.”
Politici zijn niet prominent aanwezig op het veld. Niet uit Nederland, en al helemaal niet uit Indonesië. Niet dat president Yudhoyono hier met zijn schoenen in de modder zou hebben gestaan, maar hij zou wel hebben gemerkt dat de RMS zich laat horen. Misschien, als hij nog eens komt…
Aan het eind van de demonstratie wordt het toch nog even onrustig als enkele tientallen jongeren politiebusjes aanvallen. Maar dat is van korte duur. De organisatie wilde een waardige manifestatie, en dat werd het. Het wachten is op SBY.