In memoriam Dorothee Sölle (1929-2003)
Een God Die de schuld van de mens verzoent door Zijn Zoon te sturen, is onacceptabel voor de moderne mens, vond Dorothee Sölle (1929-2003).
De zondag overleden Duitse theologe rekende al in de jaren zestig met dit dogma af. Ze ontwikkelde zich nadien steeds meer tot een politiek en feministisch theologe. Een van de meest omstreden vertegenwoordigers van de moderne theologie is heengegaan.
Sölle behoort tot meest gelezen theologische auteurs van deze tijd. Zij studeerde theologie en filosofie in Duitsland en liep een hoogleraarspost mis vanwege haar imago als politiek en links theoloog. Haar ster in Nederland rees in de jaren zestig toen verschillende van haar publicaties in het Nederlands verschenen (in de bekende Carillon-reeks). Haar doorbraak was ”Stellvertretung”, dat in 1966 in Nederland onder de titel ”Plaatsbekleding” verscheen. Daarin nam zij, die van lutherse afkomst was, afstand van Luthers overtuiging dat Christus voor de gelovigen alles heeft volbracht.
In de jaren negentig trok ze aandacht met de boeken ”Welches Christentum hat Zukunft?” (1990) en ”Mystik und Widerstand” (1997).
De theologe behoorde in de jaren zestig en zeventig tot de vertegenwoordigers van de zogenaamde ”God is dood”-theologie, samen met theologen als Altizer, Hamilton en Robinson. Zij allen kritiseerden het bestaan van een bovennatuurlijk God. God is volgens hen niet een transcendent Wezen buiten of boven de wereld, maar openbaart Zich in de ontmoeting met de ander.
Sölle keerde zich tegen wat zij noemde een „kinderlijk geloof in een God die op de knoppen drukt”, een almachtig Heerser die ingrijpt in de menselijke werkelijkheid. Daartegenover stelde zij God als „kracht tot verzet in een wereld die dronken is van het bloed van onschuldigen.”
Ze heeft door haar publicaties een krachtige impuls gegeven aan de horizontalisering en politisering van de theologie. Zij streed tegen een wereld van onrecht en onderdrukking. Het lijden gaat volgens haar niet buiten God om, maar in het lijden van de wereld lijdt God mee.
De theologe was niet alleen politiek geïnteresseerd, maar ook links gericht. Zij had grote sympathie voor revolutionaire experimenten (Nicaragua, Vietnam) die in de jaren zestig en zeventig her en der ontstonden. Vanuit haar feministische levensovertuiging kritiseerde zij de Bijbel als een patriarchaal boek dat verantwoordelijk zou zijn voor de onderdrukking van vrouwen.
Voor Sölle vormden een christelijke levensstijl, politiek engagement en theologie een onlosmakelijk geheel. Ze verzette zich tegen de oorlog in Vietnam en protesteerde in het begin van de jaren tachtig tegen het NAVO-dubbelbesluit om meer kernwapens in West-Europa te plaatsen.
Een van de grote critici van Sölle uit de Nederlandse reformatorische hoek was prof. dr. W. H. Velema, die haar een totale omvorming en horizontalisering van de bijbelse boodschap verwijt. Hij ziet Sölle als een van de vertegenwoordigers van de ”aangepaste theologie”. In haar laatste boeken ontwaart Velema bij Sölle een duidelijke vorm van natuurmystiek. Typerend voor Sölle is het omvormen van de Bijbel tot een bronnenboek voor haar eigen onderwerpen, waarbij de bijbelteksten als kanalen fungeren voor haar eigen ideeën, aldus prof. Velema.