De wet
Lukas 13:24
„Strijdt om in te gaan door de enge poort…”
De wet en de geboden van God zijn een enge weg en poort, indien ze in zichzelf aangemerkt worden. Maar wanneer de genade van God onze hulp is, mogen zij geen enge poort genoemd worden, maar een lieflijk juk en een lichte last.
Want dit is het onderscheid tussen de wet en het Evangelie. De wet gebood dat wij heilig zouden wezen, maar hij gaf geen genade waardoor de mensen geheiligd zouden worden. Hij gebood ons te strijden tegen de duivel, maar gaf ons geen wapentuig dat voor zo’n strijd nodig is.
Hij gebood ons van vleselijk geestelijk te worden, maar gaf ons de Heilige Geest niet, waardoor wij geestelijk konden wezen. Hij gebood ons voort te gaan naar de hemel, maar gaf ons ladder noch sporten om naar de hemel te klimmen.
Daarom was de wet een juk, maar geen lieflijk juk. Hij was een zware last. Het Evangelie echter gebiedt dezelfde dingen, maar geeft hulp en kracht omdat dit niet alleen en gemakkelijk gedaan kan worden. Daarom is het Evangelie wel een juk, maar lieflijk; het is een last, maar licht; het is ook een enge, maar toch brede weg. Het is een scherpe, maar genoeglijke weg.
Thomas Tymme, predikant in Engeland
(”Een zilveren poortklok”, 1635)