Nobelprijs voor ‘slimme’ koolstofchemie
STOCKHOLM – De Nobelprijs voor de scheikunde gaat dit jaar naar de Amerikaan Richard F. Heck en de Japanners Ei-ichi Negishi en Akira Suzuki. Ze ontvangen de gedeelde prijs voor hun aandeel in het onderzoek naar het vervaardigen van kunstmatige verbindingen met koolstofatomen.
De drie wetenschappers de prijs voor hun aandeel in het ontdekken van nieuwe manieren om koolstofatomen aan elkaar te koppelen. Ze maakten daarbij gebruik van palladium als katalysator.
De chemici maakten daarmee nieuwe kunststoffen en nieuwe geneesmiddelen voor onder meer kanker mogelijk. Het Nobelprijscomité prees het drietal voor het maken van „prachtige chemische creaties in een reageerbuis, die van groot belang zijn voor nieuwe farmaceutische producten, landbouwchemicaliën en hightech kunststoffen”, aldus de voorzitter van de Koninklijke Zweedse Academie van Wetenschappen.
De drie chemici bedachten een manier om koolstofatomen zodanig aan elkaar te knopen, dat ze een stabiel geraamte vormen voor moleculen van medicijnen voor onder meer darmkanker, het herpesvirus en de bestrijding van hiv. Daarnaast is hun vinding onmisbaar voor het maken van ‘slimme’ kunststoffen die worden gebruikt in consumentenproducten, zoals ultradunne computerschermen en touchscreens.
„Deze ontdekkingen hebben grote gevolgen voor toekomstig wetenschappelijk onderzoek, de ontwikkeling van nieuwe medicijnen en andere ‘slimme’ materialen,” aldus de voorzitter van de academie.
De 79-jarige Heck is hoogleraar organische chemie aan de universiteit van Delaware. De 75-jarige Negishi doceert aan de Perdue University in Indiana. Suzuki, die 80 jaar oud is, was hoogleraar aan de Hokkaido University in het Japanse Sapporo.