De kunstwerken komen van musea uit heel de wereld, waaronder twaalf Nederlandse musea. Zijn zelfportret (olie op karton, 1887) uit het Rijksmuseum is de publiekstrekker van de tentoonstelling en prijkt al weken op alle billboards in de Italiaanse stad.

Ook zijn er zestien werken te zien uit privécollecties, zoals een van zijn vroege tekeningen „Achter de Schenkweg, Den Haag” (1882), van een privécollectie uit New York. Ook twee potlood en inkt tekeningen uit het Brabantse Nuenen („Winterlandschap met de oude toren in Nuenen” en „Begrafenis in Nuenen in de winter”, uit 1883) komen uit privécollecties.

Van collega’s en voorbeelden van Van Gogh zijn werken te zien van onder anderen Paul Cézanne, George Seurat, Jean François Millet en natuurlijk van zijn huisgenoot in Arles Paul Gauguin, van wie het prachtige „wasvrouwen bij het kanaal Roubine du Roi” (1888) te zien is. Ook werk van zijn vriend en mentor Anthon van Rappard is te zien, evenals een originele brief die Van Gogh in 1883 naar hem schreef.

De tentoonstelling is samengesteld door de Duitse Van Gogh-kenner Cornelia Homburg, die onder ander medewerking kreeg van Sjraar van Heugten en Chris Stolwijk van het Van Gogh Museum, van Jenny Reynaerts van het Rijksmuseum en van kunsthistorica Liesbeth Heenk.

Het is 22 jaar geleden dat een tentoonstelling van Van Gogh in de Italiaanse hoofdstad te zien was. In 1988 brak de expositie alle records en dat wordt ook nu verwacht. Bij de laatste Van Goghtentoonstelling in Treviso, acht jaar geleden, kwamen meer dan 600.000 bezoekers. Een aantal dat de succesvolle overzichtstentoonstelling van Caravaggio, dit jaar in Rome, net niet haalde.