Parijs: Druivenoogst
Voorzichtig rijdt de boerin de tractor naar achteren, totdat de banden van de laadbak een drempel raken. Een metalen luik in de grond opent zich. De vrouw werpt nog een laatste blik op de oogst. Twee hagedissen glippen tussen de druiven door, maar die ziet ze niet. De inhoud van de bak schuift de kelder in.
Christophe, een van de twee keldermeesters van de wijncoöperatie van Azé, is trots op zijn blinkende pneumatische persen. Het roestvrijstalen geheel heeft iets weg van een parkeerterrein vol tankwagens. Het doet in de verste verte niet meer denken aan het met bloemen gevulde museumstuk aan de voorkant van de coöperatie.
Christophe is een jonge veertiger die samen met een collega de coöperatie moderniseert. Niet geheel zonder weemoed overigens. „Sinds de introductie van het machinale plukken is er veel veranderd”, zegt hij. De kwaliteit van de wijn is omhooggegaan, maar er is tegelijk veel gezelligheid verdwenen. De druivenoogst vormde vroeger een feestelijke periode. „Dat is bijna verleden tijd. Behalve hier dan, in de coöperatie zelf.”
Een vijftiental jongeren zorgt elk jaar tijdens de oogstperiode voor leven in de brouwerij. De seizoenswerkers slapen in het dorp en eten gezamenlijk. Ze gaan tot laat in de avond door. Sommigen komen van ver. Guillaume boert in de Pyreneeën. Hij komt voor vrienden en voor het geld dat het werk oplevert. Hij heeft helemaal niets met deze manier van wijn maken, maar vindt de mensen erg aardig.
Buiten draait een rij tractoren langzaam de hoek om. „Ik wist dat ze allemaal tegelijk zouden komen”, zegt Joanna. ,Morgen mag er niet meer geplukt worden, maar met een plukmachine kun je op het laatst nog een heleboel doen. Dan is de druif nog iets rijper en zit er meer suiker in. Meer suiker betekent meer geld voor de oogst.” Joanna neemt er een trapje bij en bekijkt de druiven. „Er zijn er niet te veel rot”, zegt ze hardop. Ze noteert een A. De meeste boeren kent ze wel. Maar vals spelen is er niet bij. „Als het niet goed is, dan geef ik rustig een C.”
Honderdtwintig boeren uit de Mâconnais brengen hun oogst naar de coöperatie. Dat deden hun grootouders ook al; de coöperatie bestaat sinds 1927. Er moest samengewerkt worden, wilde je de crisis overleven. En dat betekende samen investeren in nieuwe machines.
„Ja, er gaat geregeld wat mis”, erkent Christophe. „Doordat het ’s avonds laat wordt, valt er wel eens iemand in slaap. Dan loopt er een kuip over of sluiten we de verkeerde slang aan. Gewoon daarna aanlengen; je proeft er niks van.”